Ons verblijf in Caïro staat volledig in het teken van het bekomen van onze visa voor Soedan en Ethiopië. En dat schept voor ons, Belgen, in tegenstelling tot voor de Zweedse, Ierse, Duitse, Spaanse en Britse, mede-campinggasten-Overlanders, problemen. De Soedanese ambassade eist namelijk een “letter of recommandation” van je eigen ambassade. Zo een brief is nietszeggend. We zagen er één van ons Zwitserse buren op de camping (die er overigens voor betaald hadden). Eerst wat uitwisselen van “honours” van ambassade naar ambassade, om tenslotte te eindigen met heel wat geslijm van ambassade tot ambassade, en daartussen Zwitserse kaas met grote gaten.
Op zondag, eerste werkdag van de week hier, brachten we ons eerste bezoek aan de Belgische ambassade in Caïro. We werden vriendelijk ontvangen door de consul, die ons in een bijna moeder-kind gesprek, wees op de “gevaren” van een reis door Soedan. Gevaren zijn er niet echt. Er wordt alleen binnenkort een referendum georganiseerd over de eventuele splitsing van Soedan (noord-zuid) en dat zou eventueel kunnen "problemen" scheppen (manifestaties, gespannen sfeer). We legden uit dat we enkel Soedan willen doorkruisen om in Ethiopië te geraken en dat we zeker niet naar Darfur gaan (wat een gedacht). Toch moest er eerst een mailtje naar Brussel worden gestuurd om bevestiging te krijgen op de vraag of een “letter of recommandation” mag afgeleverd worden. En dan zeggen ze dat Soedan bureaucratisch is…
In afwachting van het antwoord van de Belgische ambassade, proberen we toch nog eens op de Soedanese ambassade, zonder “letter”. De rossige Soedanees achter de balie is Jeroen zijn geslijm beu (we really want to visit your nice country) en stuurt ons boos weg. De overige Europeanen aan de Soedanese ambassade die naar Kaapstad trekken, hebben allen zonder problemen hun “letter” gekregen van hun eigen ambassade… Begrijpe wie kan.
Aangezien we de visaperikelen lichtjes beu zijn, doen we op maandag, in afwachting van de verlossende sms van de Belgische ambassade (die er niet komt) wat side-seeing in Caïro. We trekken naar Koptisch Caïro, de christelijke wijk, een oase van rust. We bekijken er een aantal kerken en slenteren verder richting binnenstad. Onderweg bezoeken we nog een moskee waar net een gebed aan de gang is en waar we toch binnengelaten worden. Het blijkt een begrafenis te zijn want na het gebed wordt de kist met heel wat tranen en ondersteund door wel twintig handen naar buiten gedragen, richting kerkhof.
De namiddag brengen we door in het Egyptisch museum van Caïro. Alle schatten die gevonden zijn in de verschillende piramides in Egypte, staan hier eigenlijk tentoon gesteld. We hebben prachtige dingen gezien. Vooral de schatkamer van Toetanchamon met zijn verschillende graftombes en het beroemde masker zijn indrukwekkend om te zien. Jammer genoeg hebben we ons fototoestel moeten achterlaten in de “veilige” handen van de toeristenpolitie aan de ingang van het museum.
Na een lekkere goedkope maaltijd (ook al staat er vanalles op de rekening vermeld dat we a) niet besteld hebben, of b) niet kunnen lezen (Arabisch), en wordt er 14% tax aangerekend), wacht ons een helse taxirit terug naar de camping.
De volgende dag (dinsdag intussen) trekken we onze stoute schoenen aan, en gaan wat “jengelen” om de brief op onze ambassade. De toeristenpolitie op straat, voor de ambassade, en de bewakers in de ambassade, verwelkomen ons hartelijk. Het is intussen al de derde keer dat we er langs komen :-) Dankzij de wekelijkse stafvergadering op de Belgische ambassade kunnen we genieten van twee uur airco in de wachtzaal, met andere, veel minder geduldige, Belgische toeristen. Uiteindelijk krijgen we een brief, waarin staat dat de Belgische ambassade, geen “letter of recommandation” aflevert, een ontkennende brief dus. Voor de visabeambte in de Soedanese ambassade volstaat dit gelukkig. Twee dagen later hebben we zowel onze Soedanese als ons Ethiopische visa in ons paspoort staan. Eindelijk kunnen we Caïro achter ons laten, en dat wordt tijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten