Over 20 jaar zul je meer inzitten over de dingen die je niet gedaan hebt, dan over de dingen die je wel gedaan hebt.
Laat je weerstanden dus varen.
Zeil weg uit die veilige haven.
Vang de wind in je zeilen.
Verken. Droom. Ontdek.

dinsdag 28 december 2010

Hier smeult iets...


Zonsopkomst in de Simien Mountains NP
De slingerende weg langs diepe dalen, steile bergen en hooggelegen plateaus bracht ons uiteindelijk in Addis Abeba. Een bezoek aan een Afrikaanse hoofdstad staat meestal gelijk aan een bezoek aan een garagist (of toch iemand die ervoor moet doorgaan :-)), het zoeken van een internetcafé, het uitmesten van onze wagen, het regelen van onze visa voor de volgende landen en het doen van de noodzakelijke inkopen. En dat was dringend nodig. Turkije, Egypte en Soedan hadden ons verwend met groenten en fruit van alle soorten en hun overvolle voorraadplanken in kleine winkels. In Ethiopië was er heel wat minder voorhanden. Maar dat went snel en we beseften nog maar eens hoe vanzelfsprekend we een Colruytbezoek vinden in België :-) Bovendien kijken we er thuis tegenop om boodschappen te gaan doen, terwijl hier shoppen een echt feest betekent! :-)

Een beetje hulp van God  had welkom geweest :-)
Ons bezoek aan de "garage" verliep echter niet zoals gehoopt. De olie werd ververst, alle andere noodzakelijke dingen werden gefikst en nadat de motorkap was dichtgeslaan, kwam er plots rook van onder tevoorschijn!? Bleek dat onze "deskundige" garagist vergeten had (volgens hem was het niet nodig en deed hij dat nooit) om de batterij af te koppelen voor hij een kleinigheid had gelast onder de wagen. Resultaat: alternator in de fik en om zeep. Je hebt echt duizenden ogen nodig als ze hier aan je auto werken en je kan niet overal tegelijkertijd het werk opvolgen. De zoektocht naar een alternator van 24V kon beginnen...en werd vlug afgebroken toen bleek dat alle Toyota's die hier rijden (en er zijn enkel Toyota's) 12V gebruiken en we 3 maanden zouden moeten wachten op een bestelling. Opnieuw schakelden we onze thuis-hulplijn in :-) en bestelden via onze technieker Pascal in België een nieuwe. Die zou na een week kunnen bij ons zijn. In Afrika luidt echter het gezegde dat alles uiteindelijk wel op zijn pootjes terecht komt en inderdaad. We sloegen een praatje met een toevallige Ethiopische klant in de garage die ons doodleuk vertelde dat hij aan een 24V alternator - tweedehands- kon geraken. En inderdaad, na enkele uren van op de proef stellen van ons Westers geduld, arriveerde de alternator. EInd goed, al goed!

zaterdag 25 december 2010

Het Ethiopische hoogland

Onze plek aan het Tanameer
Na de stress van de grensovergang, genoten we eerst van drie dagen rust aan het Tanameer in Gorgora op een camping, uitgebaat door de Nederlandse Kim en Tim. De reisplannen tot Addis werden uitgestippeld en Jeroen keek zich de ogen uit naar de vele vogels op en rond het meer. Vooraleer we het noordelijke Ethiopische hoogland introkken, brachten we nog een dag door in Gonder. We brachten er een bezoek aan de Royal Enclosure, een paleizencomplex van de verschillende Ethiopische keizers uit de 17e eeuw, met als bekendste Fasilidas. 'Avonds genoten we van onze eerste echte Ethiopische injeera bij een glas 'tej", een vrij sterk drankje op basis van honing.



Royal Enclosure in Gonder
 De dagen nadien betekenden onze echte confrontatie met de toestand van het Ethiopische wegennetwerk. Van Debark tot Axum legden we in 10 uur "slechts" 220 km af. De niet- geasfalteerde weg slingerde langs afgronden, beklimmingen van meer dan 3000 meter en...wegenwerken. Want ook hier weer: de Chinezen. In ruil voor het aanleggen van wegen, verpachten de Ethiopische leiders grote stukken grond aan de Chinezen. Die verbouwen op deze grond landbouwproducten die rechtstreeks uitgevoerd worden naar China. De lokale boeren verdienen hier uiteraard geen cent aan en van de nieuwe wegen die er binnen enkele jaren zullen liggen, zullen ze weinig "genot" hebben. Zo goed als niemand kan zich hier een wagen veroorloven...


Els en een rotskerk in Lalibela
Onze rondrit in het noorden leidde ons via kleine dorpjes en schreeuwende kinderen tegen kerstavond naar het bergdorp Lalibela. Lalibela was een andere Ethiopische leider, die later monnik werd en kerken liet uithouwen uit de rotsen. Het gaat hier letterlijk om kerken die in de diepte uit een rots zijn gekapt. Uit voorzorg namen we een gids onder de arm die ons alles vertelde over de geschiedenis en de specifieke praktijken en gewoontes van het Ethiopische orthodoxe christendom. In ruil daarvoor leerden we hem enkele woorden en zinnetjes Frans, want onze gids met de toepasselijke naam, Kassa, was een vooruitziend man en wilde zich gaan toeleggen op de vele Franstalige toeristen. We aten een lekkere spaghetti en warmden ons op onder de warme wol, denkend aan het heerlijke kerstavondmaal dat thuis in België zou op het programma staan.

St. George kerk in Lalibela


dinsdag 14 december 2010

Faranji 1 en 2

Communicatie vanuit Ethiopië was allesbehalve simpel. Gsm-ontvangst is moeilijk door het hooggebergte en een internetverbinding is zo goed als onbestaande. En als ze dan wel voorhanden is, werkt ze zo traag als de gemiddelde ambtenaar :-) Vandaar dat het even wachten was op berichten van ons.

Vanop de Blue Nile Sailing Club in Khartoum maakten we een vroege start richting de Soedanees-Ethiopische grensovergang in Gallabat. Geleidelijk aan zagen we het landschap veranderen. Van vlak en dor, naar heuvelachtig en groener. Ethiopië was in zicht! De grensovergang verliep tegen alle verwachtingen in, allesbehalve vlot. We hadden eind oktober al via andere reizigers opgevangen dat er problemen zouden zijn met het aanvaarden van het carnet de passage door de Ethiopische custom-autoriteiten (eigenlijk is het carnet zelfs niet verplicht). Om de één of andere reden hebben ze nog een extra document nodig van je ambassade. Wij, als anticiperende reiziger :-), hadden in Khartoum bij de Nederlandse ambassade (er is geen Belgische vertegenwoordiging in Soedan) een dergelijk document bekomen, net zoals andere Belgische reizigers ons hadden voorgedaan. Dit bleek echter voor de verantwoordelijke jochies met basketsloefkes ter plaatse, onvoldoende. De Belgische toeristen die tot dan toe waren doorgelaten met het Nederlandse document, hadden geluk dat ze aan de grens een beginneling hadden getroffen. Hij had een fout gemaakt en die gingen ze nu net met ons rechtzetten (de foutenmaker werd er zelfs bijgehaald als "bewijs"). Het document moest voortaan afkomstig zijn uit hun land, Ethiopië. Na heel wat telefoontjes met Brussel zorgde onze redder in nood, Delphine, ervoor dat de Belgische consul in Addis ons opbelde en ons het document doormailde. Eind goed, al goed. Mits het betalen van het grove bedrag van 10 dollar mochten we voor 2 minuten het internet gebruiken van de plaatselijke bank om ons document af te drukken (blanken in nood zijn een makkelijke prooi). "De autoriteiten" wisten niet wat ze zagen aan de grens. Vorige reizigers hadden ze 4 dagen kunnen tegenhouden, en wij fiksten het in 4 uur!?
 
Nadat Els door drie kleine peutertjes begroet werd met de legendarische woorden "faranji, faranji", was de toon gezet voor de rest van Ethiopië :-) : principieel in alles (zelfs om een lokale simkaart voor onze gsm aan te schaffen moest er een papierenwinkel ingevuld worden en pasfoto's overhandigd worden) en achternageschreeuwd worden als "faranji" (je zou het in België moeten doen naar een buitenlander)...

zondag 12 december 2010

Soedan, het leven zoals het is...

- We horen het vrienden, familie en collega's zich nog luidop afvragen: "Reizen in Soedan, is dat niet gevaarlijk?" Op voorwaarde dat je je gebied nauwkeurig uitkiest, en op het moment dat wij er waren, voelden we ons nergens "in gevaar". Integendeel. In de vele dorpjes met hun mudbrick huisjes en felgekleurde ingangspoorten, die we doorkruisten, kwamen we mensen tegen die boordevol levenslust zaten. Altijd nieuwsgierig naar ons reisdoel, steeds zeer fier op "hun" gastvrij Soedan en enthousiast bereid een handje toe te steken bij het uitgraven van onze auto uit het zand :-)

- We hebben in de twee maanden en een half dat we weg zijn nog nooit zoveel onze auto gepoetst en uitgestoft dan hier in Soedan. Offroad rijden is plezant, maar elke avond en na onze aankomst in Khartoem konden we meer dan alleen maar onze naam in het vuil schrijven. Het haar van Els en al onze kleren stonden stijf van het stof :-)


- De bevolking praat open over wat ze al dan niet verwachten na het referendum in januari 2011. De rijkere Soedanezen klagen over het feit dat de munt devalueert en zullen Soedan voor enkele weken ontvluchten begin januari. De Soedanezen uit het zuiden zien eindelijk de laatste stap naar onafhankelijkheid en diegenen die uit Darfur komen, hopen dat er ook voor hen ooit beterschap komt. Reizen in Soedan bezorgt je een vreemd gevoel, als je je bewust bent van het feit dat er zich - op enkele duizenden kilometers wel - maar in hetzelfde land, de grootste humanitaire tragedie afspeelt van de laatste vijf jaar.

- Ook al is dit een islamitisch land, je proeft hier al meer het Afrikaanse leven. Mannen lopen rond in spierwitte (je vraagt je af hoe ze dat doen met al het stof en vuil) lange gewaden en een wit hoedje op hun hoofd, vrouwen dragen kleren in de meest felle kleuren. Voeg dit samen met het lichtblauwe van de tuinstoelen, het zwarte van de vulkanische rotsen, het in alle tinten van geel gekleurde zand en de groene, rode, oranje en paars geverfde winkeltjes en stalletjes langs de weg en je krijgt een echte Afrikaanse cocktail!

Terwijl we de Nijl achterlieten in Khartoem, zagen we het landschap veranderen van dor, vlak en zanderig naar heuvelachtig, groener en bebost. Ethiopië wordt iets totaal anders!

woensdag 8 december 2010

Yoga als ontbijt, zwemmen in de Nijl en crossen in het zand



Samen met de andere overlanders namen we onze intrek in het "beste" hotel van de stad. Door alle horrorverhalen voorbereid op het ergste, viel dit heel goed mee. We handelden de laatste nodige bureaucratische formaliteiten af (als buitenlander moet je je binnen drie dagen na aankomst in Soedan laten registeren) en genoten volop van de Soedanese gastvrijheid. Het verschil met Egypte was groot. In Soedan krijg je vriendelijkheid, een brede glimlach en een luid "hello" gratis en voor niets. We smulden van de heerlijke vis uit het meer en beleefden een gezellige avond waarop allerlei grappige, originele en verrassende reisverhalen en -ervaringen werden uitgewisseld met de andere reizigers. Het was één van hen, Robbie, een Deense motorrijder/wereldreiziger, die ons leerde wat yoga als ontbijt doet met onze stramme spieren, de dagen nadien :-)

De volgende dag werden we bij valavond, terug herenigd met onze auto. Na de nodige inkopen trokken we op 2 december eindelijk het noorden van Soedan, Nubië, in.

Soedan evolueert snel. In twee jaar tijd werd bijna overal gravel vervangen door asfalt en de vele ferries waarmee je de Nijl van de westbank naar de eastbank kan oversteken, door bruggen. De Chinezen zitten overal in Afrika. Ze roven de natuurlijke rijkdommen van de landen weg, voeren "in ruil" daarvoor grote infrastructuurwerken uit en enkel de machthebbers worden er beter van.

Aangezien wij op deze Afrikareis toch wat graag offroad ervaring hadden willen opdoen, zijn we het zand, de rotsen en de gravel dus bewust moeten gaan opzoeken :-) We deden dit samen met onze Spaanse vrienden Jorge en Yolanda, ervaren zandratten. Onze tocht van Wadi Halfa naar Khartoem, via Abri, Dongola, Karima, Atbara en langs de piramiden van Meroe, was als spelen met de auto in een enorme zandbak :-) Onderweg kwamen we bij van de warmte door een frisse duik in de snel stromende Nijl. Het paradijs op aarde kan je overal vinden, ook in Soedan!