Over 20 jaar zul je meer inzitten over de dingen die je niet gedaan hebt, dan over de dingen die je wel gedaan hebt.
Laat je weerstanden dus varen.
Zeil weg uit die veilige haven.
Vang de wind in je zeilen.
Verken. Droom. Ontdek.

vrijdag 27 mei 2011

Botswana, het leven zoals het is

Jeroen en verse vis :-)
- In Botswana heeft Jeroen de eerste vis in zijn eenendertigjarige leven gevangen. En dat met niet het beste vismateriaal :-) Het water uit de Delta is zeer helder en zelfs drinkbaar, en zit dan ook boordevol vis. Bij gebrek aan echt aas, hielden we ons eerst een namiddag bezig met sprinkhanen vangen, waarmee Jeroen dan een dikke vis aan de haak heeft geslagen :-) Zelfs de locals waren onder de indruk :-) Na maanden genoten we nog eens van verse vis als avondmaal.


- Botswana is één van de meest democratische landen van Afrika en ook economisch gezien één van de succesverhalen, dankzij de aanwezigheid van natuurlijke rijkdommen (vooral diamanten). Voor de meeste mensen is het leven hier relatief gezien beter dan in andere Afrikaanse landen. Dat merk je op straat aan de enorme achterwerken van de black mama's :-) en de overvolle supermarkten waar alles te vinden is. Botwana kampt echter wel met een groot aantal hiv en aids-besmettingen en de daarmee gepaard gaande vele aidswezen. 45% van de bevolking is besmet. Wie zich tijdig laat testen en gedurende één jaar lid blijft van een soort ziekteverzekering, krijgt alle aidsmedicatie betaald door de overheid. Aidswezen kunnen wekelijks voedselpakketten afhalen en kunnen in bepaalde gevallen een huis toegewezen krijgen door de overheid. Dat geldt ook voor werklozen en ouderen. Toen we in het postkantoor onze kaartjes gingen posten, was het net tijd voor de uitbetaling van het pensioen :-) Zo veel "oude" Afrikanen hadden we nog nooit samengezien (oud is hier alweer relatief, de levensverwachting is hier 50 jaar).


- En toch zijn sommigen niet tevreden. Toen wij er waren, waren de Botswaanse ambtenaren (die zijn overal hetzelfde :-)) al meer dan vier weken aan het staken. We spraken met enkele (mannelijke) verpleegkundigen die mee staakten. Blijkbaar hebben ze al meer dan zes jaar geen loonsopslag (lees: aanpassing aan de duurder wordende voedselprijzen) gekregen, alhoewel de wet dit wel jaarlijks voorziet. De president zegt dat er door de economische crisis onvoldoende geld is voor een opslag, maar volgens de ambtenaren zelf spendeert hij het geld aan nieuwe huizen voor zijn ministers... Alles gebeurt hier wel vreedzaam. Het enige wat wij ervan merkten, was dat in elk klein dorp, mensen onder een boom zaten in grote groepen, stakend en de overheidspropaganda op de radio die de stakingen streng veroordeelde. Scholen waren al meer dan een maand dicht, de broodnodige geneesmiddelen en andere importproducten bleven aan de grenzen staan...
Onze eigen bush-douche

- Wij vinden het een beetje jammer, maar Botswana voelt ook steeds minder "echt Afrika". We zijn ontzettend veel (blanke) Zuid-Afrikanen tegengekomen die op zoek zijn naar een laatste beetje wildernis en ook talrijke huurwagens met voornamelijk Nederlandse toeristen die voor een aantal weken door Namibië en Botwana reizen. Er is een veel grotere afstand tussen de lokale mensen en de toeristen. Wij houden ervan met de mensen te praten en te weten te komen hoe ze leven of wat hen bezig houdt, maar de gemiddelde (blanke) Zuid-Afrikaan is bang van "de zwarten" of gewoonweg "niet geïnteresseerd". Ze dragen natuurlijk hun geschiedenis mee...

- Botswana is een echte toeristenbestemming, maar doet er wel alles aan om zijn natuur en eigenheid te behouden. De regering wil vooral "upmarket" toeristen aantrekken (wat zich weerspiegelt in dure prijzen) om zo de impact van de grote massa's te verkleinen. En dat lukt hen aardig. Er zijn talrijke concessies in de Okavango Delta, voorbehouden voor bepaalde safari-organisaties, met een eigen airstrip. Kleinschalige, budgetvriendelijke plaatsen zijn moeilijker te vinden :-) De natuur en de wildernis maakten voor ons veel goed.

woensdag 25 mei 2011

Cultuur in Afrika

Via de westelijke zijde van de Okavango Delta reden we naar de Caprivi-strip en dus de grens met Namibië. Onze laatste uitstap in Botswana was er één van culturele aard. Na al die dieren mag dat ook wel eens. We brachten een bezoek aan de Tsodilo Hills. In de immense vlakte van het Botswaanse bush-land duiken plots drie heuvels op: Male Hill, Female Hill en Child Hill. Volgens archeologen werden deze heuvels al 30.000 jaar geleden bewoond, hetgeen ze tot één van wereldst oudste historische plaatsen maken. Vooral voor het San-volk (meer bekend onder de naam Bushman) is dit een mystieke plaats, bewoond door de geesten van de doden die respect afdwingen van haar bezoekers. Er zijn talrijke legenden bekend van de eerste Europeanen die deze plaats respectloos bezochten en overvallen werden door allerlei plagen (zwermen bijen, camera's die niet meer werkten, enz.), die pas stopten toen ze vergiffenis vroegen aan de goden. Ook nu nog verzekerden de mensen ter plekke ons dat dit de meest veilige plaats was van Botswana: niemand durft hier de toorn van de goden op te wekken door iets "slechts" te doen (ook jagen en dieren doden in de nabijheid van de heuvels is niet toegestaan).


Ook vandaag nog komen de Batswana (de inwoners van Botswana) naar deze plaats om er gedurende enkele dagen te bidden en heeft ze nog steeds een bijzondere spirituele betekenis. Er is een klein museum, een aantal basic kampplaatsen en voor een peuleschil leidt een lokale gids je rond en vertelt je over hun gewoonten en gebruiken. De rotsen zijn bezaaid met allerlei rotschilderingen (meer dan 2.000) van voornamelijk wilde dieren, maar er zijn ook geometrische figuren en gestilleerde afbeeldingen van mensen. Sommigen zijn zeer duidelijk en gedetailleerd en staan op de meest onmogelijke plekken. We genoten van de wandeling, het gezelschap van onze gids en de eindeloze uitzichten over de Kalahari.

zondag 22 mei 2011

Slapen met gebrul van Simba in de lucht

EINDELIJK, na heel lang nog eens een internetverbinding! We zijn ondertussen al een heel eind verder (in Swakopmund, Namibie, meer bepaald vandaag, 15 juni). We proberen onze achterstand de komende dagen bij te werken :-) Alvast veel leesplezier!

Op de kampplaats in Maun ontmoetten we een Duits-Frans koppel die met hun zoon drie jaar lang door Afrika trekken. Zij overhaalden ons om toch naar het Central Kalahari Game Reserve te gaan. Wij hadden het initieel van ons programma geschrapt omdat de reisgids erover sprak als "een plaats voor ervaren Afrikareizigers" (check, dat zijn we :-)), en als een trip die ook best niet met één voertuig ondernomen wordt, aangezien het reservaat nogal "eenzamig" is en als je problemen krijgt met je wagen, je dus noodgedwongen enkele dagen zou moeten wachten op hulp. Het Duits-Franse koppel had het echter alleen ondernomen, dus wij waagden ook - alleen - onze kans. Het bleek geen slechte beslissing. De zandwegen lagen er fantastisch bij en we zagen elke dag minstens één andere auto (de eerste twee dagen was het ook maar één auto op de hele dag :-)). In drie dagen maakten we een loop langsheen de verschillende "pans" die de Central Kalahari rijk is. Ons verblijf hier was super! Aangezien je weet dat je niet naar grote dieren (zoals olifanten) moet zoeken, omdat die simpelweg in dit woestijngebied niet kunnen overleven, heb je veel meer de tijd om je te concentreren op de kleinere dieren. We zagen ontzettend veel gemsbokken met hun prachtige kleurenpatroon en lange hoorns, springbokken, struisvogels, jakhalzen, "bat-eared" vossen en hopen families vrolijke, nieuwsgierige grondeekhoorns. Het landschap was prachtig, zeer ruw en onherbergzaam met nauwelijks water en de sterrenhemel 's nachts haast verblindend.


Overnachten deden we in de "bush". Eigenlijk zijn het kampplaatsen, gerund door de overheid, met een longdrop-WC en een emmer als douche. Al het water moet je zelf meebrengen. Er is in de verste verte niemand te bespeuren, want de volgende kampplaats is 200m verder of is onbestaande. Bij zonsondergang (al om 17u30) maakten we een vuurtje en kookten ons potje. Na het eerste gebrul van de leeuwen (rond 19u) zochten we een veilige schuilplaats op, onze daktent :-) Ik was wel bang, maar Jeroen verzekerde mij dat leeuwen niet op een ladder kunnen lopen en dat mensen niet de natuurlijke prooien zijn van deze dieren.... Ik heb de hele nacht met één oog open "geslapen", angstvallig luisterend naar het steeds dichter komende gegrom van de leeuwen en het huilen als een baby van de jakhalzen. Van hyena-gejank bleven we deze keer (gelukkig) gespaard :-)

Terug in Maun vulden we onze voorraden eten opnieuw aan, namen een lekkere warme douche, en mestten we onze auto uit, nadat we ontdekt hadden dat we een huisdier (autodier?) meehadden: een muis!? Alle voedsel werd opgeborgen in de koelkast of in plastieken dozen, er werd vakkundig een val gebouwd (eigen ontwerp), maar het zal vooral Jeroen geweest zijn die haar heeft afgeschrikt en uiteindelijk het hazenpad heeft doen kiezen, nadat hij haar in de auto achternagezeten had met een stok...



maandag 16 mei 2011

Het ene nationale park... is het andere niet

Baines baobabs
De volgende dag maakten we een uitstap naar het Nxai Pan National Park. Pans zijn eigenlijk seizoensgebonden ondiepe poeltjes van water die vooral tijdens en vlak na het regenseizoen water bevatten en een drinkplaats vormen voor wild. Hier en daar was de Nxai Pan nog nat, maar we slaagden er toch in Baines Baobabs te bereiken. Midden in de vlakte stonden een zestal enorme mooie baobabs, een spectaculaire plaats. We haalden onze stoelen uit en genoten volop van het uitzicht en de rust. Nadien zetten we onze tocht verder naar de echte Nxai Pan. We zagen een filmcrew en dankzij hen ook twee leeuwinnen :-) We spotten ook de hier veel voorkomende prachtige oryx die in grote groepen over de immense grasvlakten bewogen. Voor het overige bakten we in onze wagen, want de pan is begroeid met laaggroeiende vegetatie, en verzamelden we wat extra krassen op onze wagen door de doornen van de acaciastruiken :-)


Zonnebadende aasgieren
Drie nachten op Planet Baobab waren meer dan genoeg en we reden verder naar Maun. Het was tijd voor een groot onderhoud van onze wagen. Hij werd door twee Zimbabwaanse garagisten van onder tot boven geolied :-) en nu hij kan er weer tegen voor de volgende 5.000km. De enthousiaste verhalen van twee Nederlandse toeristen over het Moremi NP verleidden ons tot het kopen van toegangstickets voor het park. In onze gids waarschuwden ze voor de grote overstromingen die Moremi teisteren sinds 2009, maar de Nederlanders overtuigden ons dat geen enkele poel water onmogelijk is over te steken. Overnachten in een nationaal park geeft je een hele andere ervaring, omdat je allerlei geluiden hoort en dieren ziet, die je anders, overdag, niet te zien of horen krijgt, zoals het brullen van leeuwen of het angstaanjagend lachen van hyena's. Maar overnachten in een nationaal park heeft meestal ook een ander prijskaartje :-) Maar we dachten, nu of nooit.

Zebra's op de Nxai Pan
Vol verwachting reden we de lange weg van Maun naar Moremi... Ons bezoek aan het park werd een teleurstelling. We hadden een nacht geboekt op de Third Brigde campsite en zoals de naam verraadt, moet je daarvoor eerst First en Second Bridge oversteken. Aangekomen bij First Bridge, nadat we de hele dag nog geen dier hadden gezien (buiten impala's), testten we de diepte van het water en de ondergrond. Onze tank bulderder er zich moeiteloos doorheen :-) Maar Second Bridge was ondoorwaadbaar. Zelfs te voet, stond het water hoger dan Jeroens middel. Onze hachelijke positie in South Luangwa indachtig, riskeerden we het ons niet. We probeerden dan maar andere toegangswegen naar Third Bridge... en die waren ook volledig ondergelopen met water. Bovendien schrikten we een kolonie hippo's op dus testen hoe diep het water daar was, deden we liever niet :-) Aangezien je maar in het park mag rijden tot 18u, besloten we de lange saaie 28km lange weg, op slecht zanderig terrein, terug te rijden. Aan de hoofdingang van het park trachtten we te verkrijgen dat we op de campsite daar mochten overnachten, maar aangezien deze door een andere organisatie werd gerund dan diegene die we hadden geboekt, moesten we opnieuw betalen. We baalden van de saaie dag, zonder dieren, en de door water verzadigde tracks, en besloten in het donker terug te rijden naar Maun. Daar aangekomen spoelden we de teleurstelling weg met de goedkoopste biertjes die er in de bar te vinden waren :-)

donderdag 12 mei 2011

Chobe nationaal park


Eén van de laatste African wild dogs op aarde

Fotogenieke vrouwtjesimpala
Een vlotte ferrytocht bracht ons van Zambia naar Botswana. Botswana lijkt al bijna niet meer Afrika. De grensformaliteiten waren goed en correct georganiseerd en de supermarkten zitten hier voller dan bij ons. De prijzen zijn er dan ook naar :-) We werden echter onmiddellijk geconfronteerd met de "neveneffecten" van deze georganiseerdheid. Botswana telt verscheidene "veterinary fences" . Tot op heden kon niemand ons het eigenlijke doel ervan vertellen, maar de meest gehoorde reden is dat dit fence, de verspreiding van mond- en klauwzeer moet tegengaan. Gevolg: je mag geen vers rood vlees, melk, yoghurt, kaas, enz. transporteren over deze barrières. Ze controleren echter enkel de koelkast (als ze de rest van onze volgeladen auto zien, zakt de moed hen in de schoenen :-)) dus wij verstoppen onze voorraden gewoon (net zoals iedereen anders). Bovendien kampt één van de noordelijke districten bijkomend met een fruitvliegepidemie waardoor je ook geen groenten of fruit mag over de grensdistricten heen brengen. We deelden een paar van onze 5 resterende bananen met de dienstdoende ambtenaar (anders moesten we ze op het vuur gooien) en hij liet ons gezwind door :-)


Chobe rivier

Meerkat
Botswana is een immens land en telt slechts 1,7 miljoen inwoners. De rest van de ruimte is gereserveerd voor wildlife, woestijn, uitgestrekte zoutvlakten en diamantmijnen (samen met het toerisme, één van dé inkomstenbronnen van dit land). Op onze weg naar het Chobe National Park reden we bijna een olifant omver die de weg overstak en we zagen wrattenzwijnen in de stad die zich vol vraten met het afval langs de weg. Onze hoog gespannen verwachtingen over Chobe werden al na 5 minuten ingevuld, toen op slechts enkele meters voor onze wagen, een groep van 8 African wilddogs kwam aangerend. Onze euforie kon niet groter zijn. Deze dieren worden zelden gezien en zijn zo goed als uitgestorven (er zijn er slechts 3000 meer op de hele aardbol). De rest van onze 9 uur durende gamedrive zagen we ontzettend veel dieren: giraffen, olifanten, krokodillen, impala's, kudu's, Afrikaanse buffels,.. en het landschap langs de Chobe rivier was prachtig. Bovendien is de ondergrond hier zand, soms zacht, soms diep, maar vooral: geen modder! :-) De dag kon niet meer stuk!
Ntwetwe Pan

Chapmans baobab
Na (alweer) een veterinaire controle, reden we van Kassane, via Nata, naar Gweta, waar we een paar dagen verbleven op Planet Baobab, een kampplaats met een zeer toepasselijke naam aangezien je omsingeld lijkt door baobabs. We wilden eigenlijk zelf over de zoutvlakten rijden, ergens wild kamperen en vooral genieten van de uitgestrektheid en het afgezonderd zijn van de rest van de wereld. Alleen, het regenseizoen heeft hier langer geduurd dan normaal en de klimaatopwarming eist ook hier (en vooral hier) zijn tol. Sinds 2009 ontvangt deze regio meer regen dan ze ooit hebben gezien. Gevolg: de zoutvlakten staan langer en hoger onder water, en het laatste wat je wil is vastgeraken in de zilte ondergrond, op tientallen kilometers van de dichtsbijzijnde gsm-mast of dorp. Aangezien we het ons niet riskeerden, helemaal alleen, besloten we een georganiseerde gamedrive te boeken langs de Ntwetwe Pan. Volledig ingeduffeld voor de vroege ochtendkoude (het wordt hier stilaan winter) reden we tot de rand van één van de zoutvlakten en genoten van het uitzicht. We volgden een familie meerkatten op de voet en smulden van een lekkere luch onder een 4000 jaar oude baobab met de naam Chapmans Baobab (naar de ontdekker ervan). Bij onze terugkomst op de kampplaats genoten we van een zeer frisse duik in het zwembad, alvorens ons weer warm in te duffelen voor de avondkoude :-)
 

zondag 8 mei 2011

Zambia, het leven zoals het is

- Zambia was na Turkije, ons duurste dieselland tot op heden :-) Eén vierde van ons volledige budget gaat naar diesel, maar landen zoals deze doen er een schepje bovenop. Aangezien Zambia, een top toeristische bestemming is binnen Afrika, voelen we deze prijsstijging trouwens in alles. Maar dat houdt ons uiteraard niet tegen er volop van te genieten, we zijn hier tenslotte (voorlopig) maar voor één keer :-)


Invliegtoeristen, verwonderd bij het zien van een olifant
- Zambia bruist van de nationale parken die heel erg de moeite zijn. Het vormt één van de minst bevolkte landen van Afrika met een bevolking die vooral geconcentreerd is in de grotere steden. Dat maakt dat de rest van het land "wild" is, met een prachtige ongerepte natuur, groene rollende heuvels en dieren overal. Het enige nadeel voor ons op het moment dat wij Zambia bezochten was dat het té kort na het regenseizoen was en dat vele tracks in de parken nog gesloten waren wegens wateroverlast, of overgroeid door hoog gras ofwel getransformeerd waren in heuse modderpoelen. Geen situatie waarin je alleen, omsingeld door leeuwen en ander groot wild, wilt verzeild geraken. Na onze ervaring In South Luangwa wilden we het risico niet meer nemen met één wagen, maar alle andere overlanders zijn ondertussen al naar huis of in andere oorden :-( Maar zo hebben we een reden om terug te komen.

- Zambianen hebben vreemde eetgewoonten. In alle supermarkten en bakkerijen (waar ze trouwens nog steeds het "sponsbrood" verkopen), vind je vacuümverpakte porties frietjes met gebakken kip. Het ziet er allesbehalve smakelijk uit onder het plastiekje en sommige mensen doen zelfs niet de moeite het op te warmen...!? Men verkoopt ook allerhande "pies", chicken pie, beef pie of vegetable pie, en ook die bevatten, naast vlees of groenten, frietjes :-)

We hebben ontzettend genoten in Zambia, we hebben er wel jammer genoeg niet de tijd kunnen spenderen die we hadden gepland omdat het voor bepaalde parken, zoals Kafue en Lower Zambezi, nog te kort was na het regenseizoen. South Luangwa vormt één van de hoogtepunten van onze reis, samen met onze vlucht over de Victoria Falls.

In onze telefoontjes met het thuisfront herinneren de mama's ons er steeds aan dat de tijd begint te korten. En nu we ons vliegtuigticket naar huis hebben geboekt en contact hebben opgenomen met de maatschappij die zal instaan voor de verscheping van onze wagen, voelen we het ook. We hebben nog drie maanden tijd... voor ongelimiteerd genieten en proeven van de Afrikaanse cultuur en natuur! Een eeuwigheid :-)

zaterdag 7 mei 2011

Vlucht over de Victoria Falls

Op onze doortocht van Lusaka naar Livingstone hielden we halt aan Lake Kariba. Dit is het grootste kunstmatige meer van Afrika, ontstaan door het bouwen van een dam op de Zambezi. Bij de ingang van de kampplaats boden we de eigenaar hulp en we kregen er prompt een gratis rit op "een boot" voor cadeau. Toen hij sprak over "een boot" dachten we aan één van de kleine gemotoriseerde vissersbootjes die overal langs de oevers van het meer lagen. Maar het werd iets helemaal anders: we kregen een zonsondergang trip op een echt cruise schip cadeau (die voor de gelegenheid ook vol zat met leden van de Malawiaanse, Zambiaanse en Zimbabwaanse rotary club :-)). We werden rondgeleid langs de verschillende suites waar je voor 600 dollar per nacht, verwend wordt :-), en er werd ons wel aangespoord iets van de bar te gebruiken, tegen betaling uiteraard :-) We maakten een praatje met één van de andere Zimbabwaanse gasten en hij overtuigde ons bijna om een rondrit te maken in zijn prachtige land (we vergeten even Mugabe). Ons gebrek aan cash dollars en nieuws van onze Duitse vrienden dat ze al vastzaten in het eerstvolgende dorp wegens geen diesel, deed ons anders beslissen. We bleven nog een dagje niksen aan Lake Kariba vooraleer we verderreden naar dé bezienswaardigheid van Zambia, de Victoria Falls.


Ons vliegtuigje voor één dag
De watervallen zijn 1.688m breed en gemiddeld 100m hoog; elke minuut stroomt er 550 miljoen liter water over de rand (750 miljoen tijdens piekmomenten), wat deze tot één van de grootste watervallen ter wereld maakt. Nu, net na het regenseizoen, staan de falls het meest gezwollen en dat hebben we geweten :-) want ook de "natural spray", veroorzaakt door het neervallen van de kolkende watermassa, is het grootst op dit moment. Rijdend naar Livingstone zagen we al vanop 10km afstand de spray hoog oprijzen in de lucht en vanop onze kampplaats, op 5km afstand, hoorden we het water razen. Bij een bezoek van zeer dichtbij, werden we tot op ons bot nat"gesprayd" :-) Een hilarisch moment! Een smalle brug leidt je tot precies voor de watervallen, maar op die plaats lijkt het wel alsof ze grote emmers water over je heen gooien. Je kan je ogen nauwelijks openen door de constante stroom aan water.

Natuurlijk zie je niet heel erg veel door de spray en daarom regelden we samen met een Frans koppel, een half uur durende vlucht in een Cessna over de Falls. Van bovenaf zie je nog veel beter hoe immens en indrukwekkend dit natuurverschijnsel is. We zagen verschillende regenbogen verschuiven door de lichtinval en het water. De uitzichten waren adembenemend mooi, maar ook de turbulentie in het piepkleine vliegtuigje (enkel zitplaats voor 5 personen) deed ons geregeld naar adem happen :-) De deskundige piloot bracht ons echter veilig terug aan de grond en wij konden diezelfde dag nog onze tocht verderzetten richting Botswana.

Bovenaanzicht van de Falls in volle glorie
De spray op 5km afstand "as the crow flies"