Over 20 jaar zul je meer inzitten over de dingen die je niet gedaan hebt, dan over de dingen die je wel gedaan hebt.
Laat je weerstanden dus varen.
Zeil weg uit die veilige haven.
Vang de wind in je zeilen.
Verken. Droom. Ontdek.

woensdag 23 februari 2011

Blubblubblubblub....

De Sipi Falls vormen de hoogste watervallen van Oeganda. Jammer genoeg waren ze nu, net voor de start van het regenseizoen, ook de watervallen met het minste watervolume :-) We lieten het niet aan ons hart komen. We genoten van de prachtige uitzichten vanop onze basic campsite (geen electriciteit of stromend water en als je een cola bestelde, moest je er 3u op wachten) en maakten een wandeling langsheen de watervallen en grotten met onze plaatselijke gids van dienst, Martin. Dankzij hem leerden we heel wat bij over de lokale koffieproductie en tradities, maar ook over Oeganda zelf, met als belangrijkste onderwerp: de verkiezingen. Overal in het kleine dorp dansten mensen op trucks en dronken zich lazarus, want één van de vrouwen uit hun district was verkozen voor het parlement. Het werd (voor hen) een nacht vol muziek en feest, en voor ons, een slapeloze :-) Martin gaf ons wel mee dat hij hoopte dat de president nu echt voor zijn laatste termijn was verkozen. Als 21-jarige heeft hij nooit een andere gekend... Politieke tegenstanders van het regime hebben het hier in Oeganda niet makkelijk. Wie te veel macht (en aanhang) verwerft binnen het leger, de machtsbasis van president Museveni, wordt genadeloos geliquideerd.

Bujagali Falls

Na de Sipi Falls was het tijd voor watervallen van een ander kaliber: de Bujagali Falls, gelegen bij Jinja, waar de Nijl ontspringt aan het Victoria meer. Oeganda kampt met een chronisch tekort aan electriciteit. Het was niet abnormaal dat er gedurende een hele of halve dag geen stroomvoorziening was. Eén van de laatste nieuwe projecten van de president is dan ook de bouw van een extra dam op dit stuk van de Nijl wat leidde tot groot protest bij de rafting-organisaties. Door de bouw van de dam verdwijnen 6 van de 10 rapids voor eeuwig onder een grote massa Nijlwater... Op 27 februari werd dit stuk dan ook definitief afgesloten. Wij profiteerden van deze unieke opportuniteit en gaven ons, op de valreep vóór het einde van het raftingtijdperk hier, op voor een dag "grade 5 raften" (Rapids worden ingedeeld van grade 1 tot grade 6, naargelang de moeilijkheidsgraad, die afhankelijk is van de hoeveelheid water, de grootte van de golven, de nabijheid van rotsen, enz.) Het werd een SUPER ervaring.

 De dag begon goed: toen we van het ontbijt naar de tewaterlating reden, zagen we een krokodil, badend in de zon :-) We begonnen met het aanleren van de verschillende technieken, het opvolgen van de commando's van onze gids en deden aan watergewenning op het snelstromend Nijlwater. De enorme kracht van het water en de verschillende door elkaar vloeiende stromingen zijn een pracht van een natuurfenomeen. Het doel die dag was: overleven :-) en het flippen van de boot te beperken tot drie keer. De eerste maal dat de boot flipte (eigenlijk moesten we van de gids uit de boot omdat die op een golf bleef dansen) gaf ons een gevoel dat niet met woorden te beschrijven valt :-) Je tolt op en neer zonder te weten wat op- of neerwaarts is, je komt boven, de golven overspoelen je terug nog voor je naar adem hebt kunnen happen en je denkt maar 1 ding: ik wil LUCHT! En dan plots roept één van de kayakkers (er cirkelen steeds drie kayakkers rond de boot) en je hebt terug een houvast (als je er tenminste in slaagt in die wilde watermassa om de kayak te bereiken) :-) Gelukkig konden we tussen de verschillende rapids even uitblazen en een duik nemen in de Nijl, al werd het ons op sommige plaatsen verboden wegens de aanwezigheid van krokodillen :-)


Een onvergetelijke dag! We genoten als afsluiter van de dag van een heerlijke barbecue bij een ondergaande zon boven de watervallen.

zaterdag 19 februari 2011

Hoe zet ik 2 "onnozele" blanken af?

Onze Oegandese grensovergang verliep alles behalve van een leien dakje. We betaalden de visa, onze paspoorten werden afgestempeld en we gingen naar het bureau van de customs-beambte...en daar begon de hel. We moesten een roadtax betalen ter waarde van 20 dollar, maar in lokale munt. Plaats waar deze betaling diende door te gaan (teneinde corruptie van customsbeambten tegen te gaan): het bureau van de enige werkende bankbediende die zaterdag vlak na de verkiezingen...

Achter zijn rug hing een groot electronisch bord met daarop de officiële wisselkoersen. Kleine dollarbiljetten wou hij enkel wisselen tegen een niet-officiële koers. Aangezien we in Kenia al Keniaanse shilling hadden moeten wisselen voor dollars (bij gebrek aan dollars :-)) en we er niet zoveel hebben, besloten we dus onze "grote" 50 euro biljetten te wisselen voor Oegandese shilling. Maar ach, plots bedacht de bankbediende dat er van eurobiljetten te veel valse in omloop zijn (?!), dus die wilde hij niet wisselen. We besloten als uiterste redmiddel bij deze grensovergang die al veel te lang duurde, dan om toch maar ons laatste resterende honderd dollarbiljet te wisselen. Kwam de bankbediende met een hele uitleg dat de rates die op het bord vermeld stonden, eigenlijk die van donderdag waren. Vrijdag waren er verkiezingen en werkten de banken niet en nu was het weekend en werden de rates dus niet aangepast. Als de koers dus wijzigde in de loop van deze niet-werkende bankdagen, en die op maandag slechter uitdraaide dan op donderdag, dan moest die sukkelaar van een bankbediende dat uit eigen zak bijbetalen...Volgens ons wilde die sukkelaar een centje bijverdienen aan ons.

Hij wilde onze 100 dollar enkel wisselen aan een koers die we buiten op straat ook kregen. We wisselen dus een klein dollarbiljet buiten op de straat en dachten dat onze lijdensweg nu eindelijk voorbij was :-) Maar nee, omdat we de bankbediende "gedurende meer dan twee uur hadden bezig gehouden", rekende hij ons nog wat extra "bank charges" aan (die niet op ons officiële document van de customs vermeld stonden). Had er geen glas gezeten tussen ons en hem, we hadden hem levend gevild :-) We gaven hem het geld dat hij wou (en meer zelfs, we waren zo kwaad dat we zelf niet voor zijn smoel op het kleine beetje wisselgeld wilden wachten) en verlieten zo snel mogelijk de grenspost, richting de Sipi Falls.  Zo zie je maar, reizen is niet elke dag fun :-) Uit principe zijn we later doorheen Oeganda, steeds geld gaan afhalen bij een andere bank :-)

vrijdag 18 februari 2011

Kenia, het leven zoals het is

- Kenianen zijn vrolijk, nieuwsgierig en altijd bereid tot een praatje, dat start met "jambo" (goeiedag in het Swahili) en een brede glimlach. We hebben nieuwsgierige omstaanders aan een tankstation of kleine shop, dikwijls moeten uitleggen wat twee jonge Belgen bezielt om helemaal naar Kenia te rijden, en zelfs nog verder, in plaats van een huis en baby's te kopen :-)


- Kenia zelf voelt zeer westers aan. Je vindt hier zowat alles wat je pakweg in België ook vindt: hypermarkten met de laatste nieuwe technische snufjes, kaas in tien soorten, onderdelen voor de auto, de duurste wagens, ... Al blijft de enorme tegenstelling met de kleinere afgelegen dorpen nog steeds bestaan, ze is minder aanwezig dan in sommige andere landen die we al bezochten. Alhoewel, hotels zijn hier ommuurd en bewaakt alsof er om elke hoek een potentiële gangster loert. Je vraagt je af waarom...

- De fiets wordt hier voor alles gebruikt, als taxi voor één of twee personen (en/of dieren), of als vervoermiddel van producten: eierdozen (met eieren uiteraard) gestapeld tot boven het hoofd van de fietser, houtblokken, watertonnen, stalen platen, of de hele inhoud van een kleine kruidenierswinkel. Grappig zicht!

- Iedereen heeft hier een gsm. Een nieuwsgierige Keniaan vroeg ons eens waarom hij blanken nooit met een gsm in hun hand zag, terwijl "zijzelf zowat verslaafd zijn aan dat ding" (zijn woorden). We legden hem uit dat we in België ook haast niet zonder kunnen, maar dat we hem op vakantie enkel aanzetten als het thuisfront weer eens voor een tijdje niets meer van ons gehoord heeft :-)

- De sierlijke Masai zijn alomtegenwoordig. Meestal vind je ze leunend op hun stok, turend in de verte, met een kudde vee rond zich, in de immense Keniaanse savanne. Ofwel zie je ze ergens in een groepje staan, druk in de weer met hun gsm. Die diepen ze dan op ergens uit hun felgekleurde dieprode, oranje en paarse gewaden. Met die gsm drijven ze handel en betalen hun rekeningen, want toegang tot een bankkaart is hier moeilijker dan toegang tot een gsm. Er bestaan zelfs shops, enkel en alleen bestemd voor het opladen van je gsm. Electriciteit is hier voor weinig mensen direct toegankelijk.

Voor de "beginnende" Afrikareiziger is Kenia zeer toegankelijk. We hadden er een leuke tijd, maar we hebben het liever toch wat meer typisch Afrikaans. Misschien vinden we dat wel terug in Oeganda...?

donderdag 17 februari 2011

www.kenanaknitters.com


Na Naivasha maakten we nog een tussenstop in Njoro (bij Nakuru) en Eldoret. In Njoro verbleven we op een boerderijcamping. We bezochten er een brei-atelier, een project opgestart door de Zuid-Afrikaanse eigenaars van de camping. Je kan de link naar hun site terugvinden bij de "interessante links". Het atelier bezorgt werk aan 240 mannen én vrouwen in een streek waar het overgrote deel van de bevolking werkloos is of voor enkele dollars per dag moet gaan rozen plukken die de volgende dag voor "grof" geld worden verkocht in Europa. Ze kopen de reeds gespinde schapenwol van boeren uit de streek en kleuren ze zelf, met natuurlijke producten (rode biet, bladeren van bloemen, ...). Ze breien ongeveer alles wat je je maar kan inbeelden: kledij, warme sokken, knuffelbeesten, vingerpoppetjes, enz. Het overgrote deel van al dat moois wordt uitgevoerd naar het westen, voornamelijk de VS en Canada, al zijn ze nu ook op zoek naar afzetters in Europa. De werkers worden betaald in kilo's afgewerkte producten en op het einde van het jaar ontvangen ze een bonus in verhouding tot de winst die werd gemaakt met de export. De zaken gaan zeer goed, zo goed zelfs dat ze nauwelijks de vraag in het westen al breiend kunnen opvolgen :-) Een geslaagd project, als we de fierheid van de werkers zagen, toen we hun werk bewonderden en het atelier verlieten met een zakje vol geschenken voor het thuisfront.

In Eldoret verbleven we op een toffe campsite gerund door een Indiër. Hij zag eruit als één van de laatste der Mohicanen (maar dan zonder bijl) en hij werd steeds omringd door zijn 10 honden, variërend in soort en grootte. We lieten een aantal kleine zaken fiksen aan de wagen en genoten 's avonds van het lekkerste Indische eten dat we ooit proefden.

Na meer dan een maand genieten in Kenia (het "easy"reizen :-) is nu echt begonnen), wordt het tijd voor wat anders. We rijden het hart van Oost-Afrika binnen richting Oeganda. Een dag na de verkiezingen op 18 februari en een dag vóór het bekendmaken van de resultaten, belooft het spannend te worden.

maandag 14 februari 2011

Op safari bij de Masai

Na een lekkere buffetlunch bestaande uit Tanzaniaanse specialiteiten (banana stew, beef stew, chapati's) en een slapeloze nacht in Arusha reden we opnieuw richting Nairobi. De confrontatie met de eeuwige "traffic jams" was geen lachertje, maar op de camping wactte een pakket van thuis op ons (en een goede wifi-internetverbinding :-)) dus... baanden we ons een weg in het drukke stadcentrum van Nairobi. We sloegen de nodige voorraden in, werkten onze site bij en reden toen richting het Masai Mara National Park. Het werd één van de hoogtepunten van onze reis. Eerst daalden we - op goed onderhouden asfalt- vanuit Nairobi af naar de Rift Valley, met prachtige uitzichten op de omliggende savanne en de rotsformaties waardoor ze worden omringd. Nadien werd "de weg" een marteling voor onze auto en onze zenuwen. We startten met 70km asfalt met grote gaten, zo groot dat je ze onmogelijk allemaal met vier banden kon omzeilen.

Eén van de bevestigingen voor onze zandladders aan de zijkant van de auto begaf het door de vele trillingen. Terwijl we dit aan het fiksen waren, kwam de eerste nieuwsgieringe Masai ons al begroeten (om nadien nauwkeurig elk van onze bewegingen te observeren). Nadien kwamen er nog 40km op zeer rotsige gravel met putten en eindeloze "washboards" (harde golfplaatmotiefachtige ondergrond). Tegen 17u bereikten we de poorten van het nationaal park. We schraapten onze laatse 120 dollar bij elkaar, alweer onder het alziend oog van nieuwsgieringe vrouwelijke Masai. De rangers waren ons gunstig gezind en lieten ons nog binnen.

We zagen op anderhalf uur tijd meer dieren dan in de andere parken die we bezochten: een kudde Afrikaanse buffels op nog geen meter van onze auto, allemaal met hun neus in de wind, onze geur opsnuivend (en wij die van hen :-)); een leeuwin, jagend op een aantal reuze-wrattenzwijnen wat lager op de helling; impala's, Thompson-gazelles en andere bambi-achtigen in grote troepen; net zoals zebra's en giraffen. In het donker verlieten we het park en zochten onze eerste community-campsite op. Deze campsites worden allen gerund door Masai. Het is wel grappig om ze in hun traditionele felgekleurde gewaden en hun eeuwige stok, druk doend met hun gsm, te zien lopen, meestal met een kudde koeien rond zich.

 De volgende morgen, bij het ochtendgloren (NOT, het regenseizoen is hier begonnen en we moesten wachten tot onze tent was opgedroogd), maakten we ons op voor wat bijna 120km safari zou worden in het mooiste nationaal park wat we tot nu toe bezochten. We hoefden niet naar de dieren te zoeken, ze waren in grote getalen aanwezig: grazend, dollend (de apen dan), rustend, grappig lopend (de struisvogels)... Het steeds veranderend landschap, savanne afgewisseld met heuvels, doorkliefd met vele rivieren (waaronder de beroemde Mara-rivier waar in juli en augustus de migratie van de gnoes plaatsvindt), grasweilanden zo groot als honderd voetbalvelden, met op de achtergrond de donkere wolken van een dreigend en naderend onweer... de uitzichten waren hemels. Met spijt verlieten we net voor het donker het park. Hier komen we zeker nog eens terug! Na een nacht, met alweer regen zonder ophouden, bereidden we ons voor op een helse rit, terug richting het asfalt. Het was minder erg dan de heenrit, maar de regen zorgde er wel voor dat we een aantal aardige rivercrossings op het programma hadden staan.

"Fun driving", er hangt modder tot op ons dak :-) Bij valavond bereikten we de camping aan Lake Naivasha. De camping was langs de zijde van het meer volledig afgezet met een afsluiting onder hoogspanning, als bescherming tegen de nijlpaarden die er 's nachts komen grazen. We zagen er geen, maar hoorden ze wel "brullen" die nacht. 's Ochtends werden we gewekt door aapjes op onze daktent. Ze klommen ook op onze ladder en Els slaakte een gil die het hele kamp wakkerschudde, bij de aanblik op enkele centimers afstand met de nieuwsgierige smoel van een doodskopaapje.

maandag 7 februari 2011

Arusha National Park

Kilimanjaro in de wolken op de achtergrond

Als je op een hoge klif staat, betekent het altijd dat er nadien een afdaling komt. En wat voor één!? Op onze kaart van Tanzania liep de weg na Mambo gewoon dood. De Nederlandse eigenaars van de lodge wisten ons echter te vertellen dat de weg met een goede 4X4 buiten het regenseizoen "goed te doen is". De twee Belgische meisjes hadden ons om een lift gevraagd naar Moshi. Het busje deed er immers 10 uur over en aangezien wij voor de shortcut gingen... Wat een helse rit! De weg was zo steil en de haarspeldbochten zo scherp dat we ze soms in twee keer moesten nemen. Om van de rotsige ondergrond en de diepe, door insijpelend water ontstane, gleuven nog maar te zwijgen! Ik moest filmpjes maken van Jeroen, maar filmen en elke spier in je lichaam opspannen tegelijk, gaan niet goed samen :-)

Tijdens een fikse regenbui bereikten we in de late namiddag Moshi. We deden inkopen in het gezellige stadje aan de voet van de Kilimanjaro (die alweer niet te zien was). Na een aantal (financiële) overwegingen :-) beslisten we toch maar om nog een nationaal park te gaan bezoeken. Onze keuze viel op het Arusha National Park. Ze noemen het hier in de volksmond "little Serengeti" en little Ngorogoro", omdat de ene zijde van het park "Serengeti-achtig" aandoet qua landschap en de andere zijde ook een krater heeft. Leeuwen en olifanten hebben we niet gezien. Maar het uitzicht was des te mooier. We konden Mount Meru en Mount Kilimanjaro samen zien, enkel door een halve draai te maken. Al was de Kilimanjaro...alweer niet zichtbaar door wolken, of wat had je gedacht :-) We zagen een familie zonnende bavianen, een kudde buffels genietend van de avondzon, zebra's, nieuwsgierige giraffen, meren met honderden flamingo's... Tot slot maakten we een praatje met één van de rangers van het park, wiens taak het was eventuele stropers de das om te doen. Hij had de toepasselijke bijnaam "Rocky". Zijn uitkijkpost was dan ook gelegen op het hoogste punt van het park, boven aan de krater. We praatten over de toestand van Tanzania, over België, over hoe erg hij zijn vrouw miste als hij weer eens 10 dagen op zijn rots moest komen zitten... We verloren de tijd uit het oog en moesten ons haasten om voor het sluiten van de poorten van het park, buiten te zijn. De volgende ochtend, op een onbewaakt moment, blies een onzichtbare windzucht de wolken van vóór de Kilimanjaro en konden we tijdens het ontbijt genieten van de besneeuwde bergtop.

donderdag 3 februari 2011

Wie trekt in de bergen...

In Tanzania aangekomen, werd het tijd voor iets anders. Na een korte tussenstop aan de Tanzaniaanse kust :-), reden we richting de Usambara Mountains in het noordoosten van Tanzania. In Lushoto brachten we een bezoek aan de lokale markt. Altijd fijn om net zoals iedereen anders je boodschappen te doen op de kleurrijke en geurrijke markt. We hadden in de reisgids gelezen dat onderhandelen over de prijs van groeten en fruit als normaal beschouwd wordt en aangezien je als je blank bent toch enkele eurocenten meer betaalt, waagden we het erop. Jeroen vroeg aan elk kraampje naar de "discount for today" en hij slaagde er zo in om een komkommer, een limoen en een extra tomaat in de wacht te slepen. We overnachtten een paar dagen op de hoger gelegen Irente Farm, een boerderij gerund door Zweden. Hier konden we voor het eerst sinds lang nog eens versgebakken brood smullen.  We maakten een wandeling naar een uitzichtspunt en genoten van het prachtige zicht op de vallei. De temperatuur en de natuur bevielen ons zo dat we de derde dag nog dieper de bergen inreden met onze auto, richting Mambo. Daar ontdekten we één van de mooiste plaatsen die we tot nu toe bezochten. Deze lodge/camping (MamboViewpoint Ecolodge) komt zeker in onze persoonlijke top 5. Gelegen op een rotsklif hadden we een ongelofelijk uitzicht op de Pare Mountains in het westen, de vallei onder ons, het dorpje verder, gelegen op een andere klif, en - als er even geen wolken waren (er waren er altijd) of 's morgens voor dag en dauw- de Kilimanjaro, 160km verder in noordelijke richting.

De Ecolodge ondersteunt bovendien allerlei projecten in het dorp en dat merkten we. Er was een kaas- en yoghurtmakerij (Zwitserse kaasmakers hadden vrouwen uit het dorp de technieken aangeleerd), een pottenbakkerij, er werd door de schoolkinderen veelvuldig gebruik gemaakt van het internet van de lodge, Canadese vrijwilligers hadden de onderwijzers van de scholen nieuwe pedagogische technieken aangeleerd, er was een waterpomp geïnstalleerd die via een nieuw aangelegde waterleiding, het hele dorp van water voorzag, enz. Voor het eerst sinds onze reis, zagen we een project, dat gedragen werd door de dorpsgemeenschap zelf en effectief vruchten afwierp. Als Jeroen nog eens 10 dagen weg is met BFAST, kom ik hier aan één van de vele projecten meewerken!

De volgende dag maakten we samen met twee Belgische meisjes een 8 uur lange trektocht door restanten van het omliggende tropische woud. Het werd klimmen, dalen en ons een weg banen door de dichte begroeiing, met een middagpicknick aan een idyllisch watervalletje. Na 4 maanden in open schoenen, verteerden Jeroens poezelige voetjes de bergschoenen iets minder goed :-) 's Avonds genoten we van een barbecue met live muziek, gespeeld door een groepje uit het dorp. Een perfecte afsluiter van ons verblijf hier!