Over 20 jaar zul je meer inzitten over de dingen die je niet gedaan hebt, dan over de dingen die je wel gedaan hebt.
Laat je weerstanden dus varen.
Zeil weg uit die veilige haven.
Vang de wind in je zeilen.
Verken. Droom. Ontdek.

maandag 27 juni 2011

Walking with cheetah's

Moeilijke keuze in de bakkerij van Solitaire
De lange weg van Swakopmund naar Sesriem werd gelukkig onderbroken door een lunch-stop in Solitaire. Dit "gehucht", bestaande uit een tankstation, een winkeltje en wegens groot succes: een bakkerij, is bij toeristen alom bekend om zijn overheerlijke "apple pie". De honderden vogeltjes in de buurt waren blijkbaar ook op de hoogte van het culinaire hoogstandje want we konden de taart niet vlug genoeg van het bord naar onze mond brengen :-)



Deadvlei
 We wilden de rode duinen van Sossusvlei en Dead Vlei aanschouwen bij zonsopgang, dus we zetten onze wekker om 5u30 en ontdekten bij het ontwaken tot onze verbazing (niet echt want we hadden al de hele nacht liggen bibberen en beven in onze tent) ijs in onze tent!? Na de beklimming van de eerste duin was de koude al vergeten :-) We genoten van de prachtige uitzichten in de oneindigheid van deze rode woestijn. Jeroen wou me per se een pose doen aannemen (mét kleren aan uiteraard) in de Dead Vlei waar een paar jaar terug de "beroemde" Ann Van Helsen-playboy-foto werd gemaakt :-)




Moe van de koude en de koude moe, namen we een kamer in een lodge/farm. Een "tamme" springbok, die zich eerder gedroeg als een hond, volgde ons overal. Alleen de kooien van de caracals, de luipaard en de cheetah's zijn uiteraard verboden terrein voor haar :-) We wandelen op een meter afstand van de cheetah's en zagen de caracals een territoriumgevecht beslechten voor onze neus. Alleen het luipaard dienden we te bewonderen van achter een hek, haar instinct is te sterk om te kunnen wennen aan menselijk gezelschap. Deze wilde, schuwe dieren, die je uiterst zeldzaam in het wild kan spotten, werden gevangen genomen door boeren omdat ze op hun vee joegen. De meesten schieten ze onmiddellijk af (ook al is het verboden) want eens deze roofdieren het gemak van jagen op vee hebben ervaren, nemen ze niet langer meer de tijd om een snelle sprinkbok of gemsbok achterna te zitten :-) Als ze geluk hebben, komen ze op een "farm" als deze terecht, waar voor hen gezorgd wordt en toeristen ze kunnen bezoeken. De roofdieren "wennen" aan mensen, maar ze zijn allesbehalve tam. We kregen uitgebreide en nauwkeurige instructies dat we niet mochten beginnen rennen of neerknielen voor een foto, dat lokt hun jachtinstinct uit :-)

donderdag 23 juni 2011

Wereldmuziek in Swakopmund

In Swakopmund boekten we onze permit voor een bezoek aan het noordelijke deel van het Namib-Naukluft National Park. Eigenlijk is het hele park "woestijngebied", maar dat zou je op het eerste zicht niet onmiddellijk denken. In het noorden bestaat het park vooral uit rosten en immense (gras)vlakten met hier een daar een "eilandberg". Meer zuidelijker, aan Sossusvlei vind je de typische rode zandduinen terug. Namibië kent al drie jaar op rij een uitzonderlijk nat regenseizoen. Zo nat dat zelfs de rotsen en de duinen vol begroeiing staan. Dat levert prachtige, vreemde beelden op.

Een boze kameleon


Zicht vanop de top van Bloedkoppie
Langs diverse maanlandschappen reden we naar Bloedkoppie. Het woord "koppie" in het Afrikaans betekent "rotstige berg", en deze berg wordt zo genoemd, omdat het in het licht van de ondergaande zon lijkt alsof de berg in brand staat (door haar rode kleur). We sloegen ons kamp op en beklommen de heuvel voor de zonsondergang. De volgende dag doorkruisten we de rest van het noordelijke deel van het park tot waar de rode zandduinen het landschap opeisten. Die nacht kampeerden we in een door de wind en regen uitgehouwde rots. De nacht was zo helder dat we Walvisbaai 50km verder zagen liggen en het tellen van het aantal vallende sterren niet konden bijhouden :-)

Een andere woestijnbewoner: de schorpioen


Terug in Swakopmund belanden we als bij toeval, op een zonnige namiddag, in een openlucht Wereldmuziekfestival. Het was dan wel geen Werchter, maar we keken (vooral) ons de ogen uit. We hoorden verschillende reggae-groepjes die gekleed in bontgekleurde kledij en onder het motto "met hoe meer we op een podium staan, hoe beter we klinken" het publiek warm kregen voor de rest van de namiddag. Nadien volgden nog een rock-groepje, talrijke Rihanna en Beyoncé-achtige zangeressen en een Afrikaans Scala-achtig koor, de onverwachte dansuitbarstingen en de Afrikaanse drum waren present. Maar hét hoogtepunt van de namiddag waren toch wel de twee dansers die zich - alsof een ruggengraat en enkele beenderen in hun lijf ontbraken - over, langs en op het podium (en elkaar) heen kronkelden. Super! Het uitbundige veelkleurige publiek van alle leeftijden maakte het plaatje volledig door het geheel te overgidten met een flinke portie wiebelende borsten en heupwiegende achterwerken in vibraties die voor blanken onmogelijk lijken:-) Super!

Een uitbundige fan van een reggaegroepje

zaterdag 18 juni 2011

Blij weerzien met de zee

Via een alternatieve route (lees: door niemand anders gebruikt) reden we rond de Brandberg naar de kust van de Atlantische Oceaan. Vanop kilometers afstand zagen we de wolken en mist, veroorzaakt door de koude Benguela-golfstroom, al hangen. Bij elke kilometer daalde de temperatuur een aantal graden :-) Na vier maanden was het een blij, maar fris weerzien met de zee. Het is een zeer onherbergzaam gebied, er hangt een bijna constante koude, dichte mist en de eerste ontdekkingsreizigers gaven het de toepasselijke naam "Skeleton Coast". Talrijke schepen strandden hier op één van de vele verraderlijke zandbanken en als ze er toch in slaagden de kust veilig te bereiken, wachtte hen een verlaten, dorre, rotstige kuststreek van honderden kilometers breed (vooraleer je de eerste "beschaving" vindt en dat geldt nu nog steeds :-)).

Onderweg naar Henties Bay stopten we aan Cape Cross, waar zich het Seal Reserve bevindt. We werden verwelkomd door hun specifiek geblaat (lijkt op een schaap) en vooral... de geur. Tienduizenden zeehonden liggen er op de rotsige kust, voornamelijk vrouwtjes met hun jong, en zoeken nu en dan verfrissing  in het ijskoude water. Op hun weg van en naar het water lijkt het alsof ze het meest onhandige dierenlichaam hebben om zich voort te bewegen. Met hun logge lijf ploffen ze over hun medezeehonden richting water, maar eens in het water, op zoek naar hun dagelijkse portie vis, zijn het de meest sierlijke en elegante waterbewoners. Het was een geweldig zicht!

Via het winterdode Henties Bay (een beetje zoals de Noordzeekust tijdens de wintermaanden) reden we verder naar Swakopmund. We waanden ons terug in Europa. Aan de klinische properheid, de georganiseerdheid, de talrijke koffiehuizen met käsekuchen en ander Duits lekkers, de overwegend blanke, Duitssprekende bevolking, de supermarkten met een aparte hoek met Duitse producten (frankfurter worsten en sauerkraut incluis) en de typische Duitsaandoende huisjes, zie je nog dat Nambië een Duits koloniaal verleden heeft. We kampeerden er op de parking van een backpackers hotel waar we in de watten werden gelegd door de Zuid-Afrikaanse eigenares. We praatten bij met de vele andere reizigers en genoten van de "luxe" van een echte volledig uitgeruste keuken.



Op aanraden van de eigenares boekten we een boottrip in Walvisbaai. Het waren vooral haar woorden: "drank, visbuffet en oesters à volonté" die het hem deden :-) Met een frisse (lees: ijzige) zeewind in ons gezicht, maar in volle zon en onder een open hemel, vaarden we op een catamaran de haven uit. We waren nog maar goed op de boot of er klom al één van de zeehonden op de boot. We mochten hem zelfs aaien en konden van dichtbij genieten van dit immense dier. De pelikanen en andere zeevogels die de boot omcirkelden werden verwend met een extra portie vis en dan was het al tijd (10u!) voor onze eerste cherry :-), om op te warmen uiteraard :-) We voeren naar de oesterbanken, zagen ontelbare zeehonden en tenslotte ook dolfijnen. De voormiddag werd op gepaste wijze afgesloten met een visbuffet en Namibische oesters van topkwaliteit, rijkelijk overgoten (door ons dan) met Zuid-Afrikaanse sparkling wine (zoals champagne, maar aangezien het niet uit de Franse Champagnestreek komt, mag het niet zo genoemd worden). Onze namiddag vulden we met bekomen van het vele eten in de voor deze tijd van het jaar schaarse zon en ontnuchteren :-)

maandag 13 juni 2011

Kilometers vreten...

Palmwag concessie
Euphorbia Damara, uiterst giftige plant
We namen een andere route zuidwaarts vanuit Opuwo en reden via dorpjes met zeer toepasselijke namen zoals Bergsig en Wereldsend, naar Sesfontein. Op onze weg hierheen deden we talrijke lifters een plezier door ze een zeer oncomfortabele rit cadeau te doen in het stoffige achterste van ons "bakkie". Openbaar vervoer in een uitgestrekt land zoals Namibië is onbestaande buiten de grote steden (en zelfs dat woord is voor de meeste grote steden al overdreven :-)), vandaar dat vele Namibiërs gewoon al beginnen wandelen (ook al moeten ze honderden kilometers afleggen) en op goed geluk wachten tot er een auto voorbijkomt (en we kunnen ons voorstellen dat dat voor sommige trajecten toch wel meerdere dagen kan duren :-)). Toeristenauto's zijn een gegeerd doelwit, aangezien wij nooit betaling eisen voor de gunst, terwijl de weinige Namibiërs met een auto dat wel verwachten.

Tweepalmen in Palmwag
Na een nacht op een community-run campsite (alweer verlaten, low season) reden we richting Palmwag. Verscheidene stukken land in Namibië zijn exclusief toegewezen aan een welbepaalde touroperator die instaat voor het onderhoud, maar er ook de vruchten (inkomsten) van plukt. De concessies hebben hun eigen wild en game drives. Eigenlijk zijn het een soort van kleine private dierenparken. We maakten er een natuurwandeling met een gids op de Palmwagconcessie met een oppervlakte zo groot als België (om je een idee te geven van de immensheid van dit land). Hij was een bron aan informatie zowel op natuurkundig als historisch gebied. Hij toonde ons allerlei enkel hier voorkomende bizarre en zeldzame planten en vertelde ons hoe het leven was als vluchteling voor het Apartheidsregime.

Rotsgravering in Twijfelfontein
Bij ons vertrek uit Palmwag gaven we een schooljongen een lift richting Khorixas. Hij stond al drie dagen te wachten op een onbetaalde lift. We mochten hem in geen geval vlak voor zijn school droppen, omdat hij al twee dagen te laat was voor de lessen... Aangezien hij in één van de dorpen woont die deel uitmaken van de Palmwag-concessie betalen zij voor hem zijn schoolgeld. Hij moet enkel goede punten scoren en kan ook op hun kosten de door hem gewenste pilotenopleiding volgen als hij bij de besten van zijn jaar hoort. Een goed initiatief waardoor de lokale bevolking toch een graantje kan meepikken van de inkomsten van zo'n concessie.

Versteend boompje van miljoenen jaren oud
Met Khorixas als basis, bezochten we het nabijgelegen Petrified Forest. Miljoenen jaren geleden, toen alle continenten nog één geheel vormden (Gondwana), stroomden er op deze plaats rivieren. Talrijke bomen werden op deze rivieren meegesleurd en strandden hier in het zand. Bedolven onder het zand trad er één of ander chemisch proces op waardoor het hout omgezet werd in steen. Een vreemde kronkel van de natuur. Om nog maar te zwijgen van de vele Welwitchia planten die je hier overal ziet. Ze bestaan uit enkel twee immense bladeren, hebben nauwelijks water nodig (vandaar dat je ze vindt in de Namibische woestijn) en de meeste exemplaren zijn meer dan 1000 jaar oud. Fascinerend! We gingen ook kijken naar de rotsgraveringen in Twijfelfontein en genoten van de prachtige vergezichten over de omgeving. Bij een BBQ en een glaasje wijn (voor de gelegenheid eens niet uit onze bekers, maar uit echte wijnglazen :-)) genoten we op toepasselijke wijze van Jeroens verjaardag-dag.

Over de zoveelste gravelroad die Namibië rijk is (stof, stof, stof!!!) reden we naar Brandberg, een soort van eilandberg te midden van de vlakten. We bezochten de "White Lady" van Brandberg (die eigenlijk geen vrouw is, maar vermoedelijk een medicijnman in trance), één van de meest gedetailleerde rotschilderingen die we tot nu toe zagen. Onze gids, lid van de Damara-stam, wijdde ons in in hun traditionele huwelijksrituelen en leerde ons de vier "kliks" waaruit hun taal bestaat. Sommige woorden hebben pas betekenis als ze voorafgegaan worden door een speciaal soort klik met de tong. Er zijn vier verschillende soorten en als wij het probeerden klonken ze alle vier hetzelfde (bij hem niet, wij bakten er gewoon niks van :-)) We genoten volop van het contact met een "echte" Namibiër en vroegen hem uit over zijn hobby's, dromen en leven. Hij vroeg ons naar onze huwelijkstradities (moeilijk uit te leggen), de prestaties van het Belgische elftal (euhm, potstampers? :-)), zocht naar verschillen tussen het Vlaams en het Afrikaans (toen hij ons onder elkaar hoorde praten), concludeerde dat "barbecue" een veel leuker woord is dan "braai", en kon maar niet geloven dat wij met meer dan 11 miljoen in een land wonen zo groot als de Palmwag-concessie :-) We sloten de dag af met een onvergetelijke zonsondergang boven de Brandberg.

Twijfelfontein: beestjes uit een rots gehouwen


dinsdag 7 juni 2011

30 in Namibië

Ik en mijn pannenkoekentaart
30 worden is een mijlpaal, zeggen ze... Ik heb er vrij weinig van gemerkt. Reizen in Afrika maakt vele zaken die thuis belangrijk zijn, zoals je leeftijd :-), zeer relatief. Als je kan doen wat je graag doet, en voor ons betekent dat reizen, dan maakt een jaartje meer of minder weinig uit. We spendeerden een dag in Outjo en waanden ons even in een Duitse stad. Een bakkerij, vol Duitse lekkernijen, een Duits restaurant en "biergarten", meer blanken in één ruimte dan we de afgelopen 9 maanden al hebben gezien en overal werden we aangesproken, ofwel in het Afrikaans, ofwel in het Duits :-)

Na onze excursie in Etosha was er wat opruimwerk aan de auto en wat waswerk voor de vele stoffige kleren :-) Jeroen maakte een pannenkoekentaart met nutella voor mijn verjaardag en van een Zuid-Afrikaanse mevrouw op de camping kregen we zelfgemaakte vijgenjam en koekjes. Het stond niet gelijk met het feest dat het thuis zou geweest zijn, met de familie en vrienden, maar het maakte het toch speciaal! Dit vergeet ik alleszins nooit :-)

In twee dagen reden we naar de Epupa Falls, helemaal in het noorden van Namibië, aan de grens met Angola. We zagen het landschap veranderen, van vlak, naar rotstig en heuvelachtig. We zagen één van de mooiste plekken die we op deze reis tegenkwamen. Bij een tankstop in Opuwo zagen we de eerste Himba, met hun rood geverfde huid en lange slierten haar. Dit gebied, het Kaokoveld, ten noorden van Sesfontein, wordt bewoond door deze stam, die nog helemaal leeft volgens hun traditionele gewoonten en cultuur. Het zijn voornamelijk geiten- en koeienhoeders en de grootte van hun kudde is een indicatie van hun welstand. Tot het begin van de jaren '80 hadden ze nog weinig of geen contact gehad met "de Westerse wereld", maar nu moeten ze zich in sneltempo aanpassen. Op weg naar de Falls deelden we onze lunch (zelfgebakken bokes met kaas, een peer en een pompelmoes) met een Himba-jongen en trachtten via gebarentaal iets van hem te achterhalen. We kwamen erachter dat hij graag peer lustte en zijn pols had verstuikt na een val :-)


De eerste aanblik van de Falls is adembenemend. Midden in het dorre, droge landschap zie je plots palmbomen staan, langsheen de Cunene rivier, met in het midden een paar eilanden met grote baobabs. Waar het water zich 35m naar beneden stort, zagen we een prachtige regenboog en een zacht neerdwarrelende spray van water, veroorzaakt door de kracht van het vallende water. Vanop een nabij gelegen heuveltop konden we genieten van een (voor het eerst sinds weken) warme zonsondergang :-) We bleven hier nog een extra dag, vooraleer we terugreden naar Opuwo.

Himba-vrouw in vol ornaat :-)

vrijdag 3 juni 2011

Booze-night in Etosha

We reden de grens over naar Namibië, stonden wat te kletsen met Duitse fietsers in het eerstvolgende dorp over de grens toen plots onze andere Duitse vrienden, Thorsten en Leonie kwamen aangereden. Zij waren na hun verblijf van één maand in Zimbabwe, via de Caprivi-strip onderweg naar Botswana. We profiteerden van hoogstwaarschijnlijk de laatste gelegenheid om samen te kamperen. We hopen hen nog eens te ontmoeten in Zuid-Afrika ergens begin juli, anders zal het later in Duitsland of België zijn :-)


Vanuit Divundu reden we in twee dagen naar het Etosha National Park, één van de hoogtepunten van Namibië. We maakten eerst nog een tussenstop in Rundu waar we onze eerste negatieve "veiligheids"ervaring van de hele reis meemaakten. We lieten onze auto achter op de parking van een supermarkt en terwijl we boodschappen aan het doen waren, kwam een andere Australische/Zuid-Afrikaanse toeriste aangesneld om ons te waarschuwen dat ze in onze auto hadden ingebroken.... Blijkbaar mag je je auto nooit alleen achterlaten, zelfs niet op parkings, zonder één van de semi-officiële parking guards aan te duiden, of zelf bij de auto te blijven... Er was gelukkig niets gestolen, maar het bezorgde ons wel een vreemd teleurgesteld gevoel. Na bijna 9 maanden door Afrika reizen, zouden we nu plots, in één van de meest toeristische landen van Afrika, moeten gaan "oppassen" en "voorzichtig zijn"... We kochten een nieuw slot, lieten het installeren en ik ging boodschappen doen, alleen :-)
Etosha Pan

We verwachtten veel van Etosha en aangezien het één van de laatste nationale parken met wild zou zijn dat we bezochten, vóór Kristin en Jonas arriveren op 9 juli, besloten we om er drie dagen te blijven en in het park te overnachten. We hadden enkele gezellige booze-avonden met onze nieuwe Zuid-Afrikaanse/Australische vrienden, Bruce en Lauren (het traditionele verhaal: hij dokter/anesthesist, zij verpleegster IZ :-)), wel aan een warm kampvuur met een deken en alle kleren aan die we meehebben op deze reis, want de temperatuur daalde hier 's nachts tot 5 graden (in de tent)!

Etosha staat vooral bekend om zijn vele waterholes, die omwille van de droogte in de rest van het park, een groot aantal dieren aantrekken, en zijn enorme "pan", waar niets groeit en je de hitte ziet zinderen aan de horizon. We zagen enkele van de meest schuwe en wilde dieren op aarde: neushoorns; een luipaard; een leeuwin met grote dorst; giraffen (met een andere kleurenpatroon dan we tot nu toe gezien hebben :-)); 1 olifant; vele jakhalzen; gieren; gemsbokken; springbokken; de alleen hier voorkomende black-faced impala's; enorme kuddes zebra's met nog grotere dorst; wrattenzwijnen, ... We hadden een zalige tijd! De vierde dag verlieten we na de middag met spijt in het hart Etosha, op weg naar nieuwe avonturen :-)