Over 20 jaar zul je meer inzitten over de dingen die je niet gedaan hebt, dan over de dingen die je wel gedaan hebt.
Laat je weerstanden dus varen.
Zeil weg uit die veilige haven.
Vang de wind in je zeilen.
Verken. Droom. Ontdek.

vrijdag 28 januari 2011

Strandjanetten

Reizen maakt dat je veel interessante mensen tegenkomt. Niet alleen onder de lokale bevolking. In Timau hadden we een Belg ontmoet die al jaren naar Kenia reist, en vooral nieuwsgierig was naar die fantastische auto (zijn woorden) met Belgische nummerplaat. We sloegen een gezellig praatje. Op het einde van ons gesprek nodigde hij ons zomaar uit om enkele dagen te gaan "uitrusten" in zijn villa iets te noorden van Mombassa. Eens even niet leven in, op en rond de auto :-) We ondervonden de tegenstelling die Afrika rijk is aan de levende lijve. Eerst brachten we een ziek arm meisje met haar familie naar het ziekenhuis en een dag later namen we een verfrissende duik in het zwembad van de villa en genoten van airco op onze kamer. Het voelde zeer vreemd aan. Vooral ook om al die ruimte rond ons te hebben.
De auto is voor ons de slaapkamer, leefruimte, keuken én badkamer, en nu verdwaalden we bijna in die zee van ruimte :-) We genoten volop. Koken in een echte keuken met verse scampi's en vis voor een prikje gekocht op de markt, kleren wassen in een wasmachine, in het zwembad lijntjes trekken, vissen aan de nabijgelegen kreek, apéro-time met wijn en hapjes ...Het was een zalige welkome afwisseling en we zullen onze Belgische vriend zijn gastvrijheid nooit vergeten.


Aangezien we goed bezig waren met de strandjanetten uit te hangen, breiden we er nog een vervolg aan ook :-) We bezochten de Old Town van Mombasa met zjn typische huizen die dateren uit de Arabische heerschappij hier, en gingen nog 2 dagen genieten van een palmbomenstrand aan Tiwi Beach (enkele kilometers ten zuiden van Mombasa). We stonden echt met onze auto op het strand op enkele meters van de woeste Indische Oceaan, omgeven door zacht wuivende palmbomen en onder de eeuwig meedogenloos stralende Afrikaanse zon :-)

zaterdag 22 januari 2011

Ambulancier Jeroen in actie

Een "dirty" track bracht ons van Tsavo naar Malindi aan de kust. We bezochten Hell's Kitchen. Een vulkaanuitbarsting miljoenen jaren geleden leidde tot een instorting van de bodem die nadien erodeerde door water en wind waardoor een grillige canyon ontstond van zachte kalksteen in roze en rode tinten.
Die nacht zetten we onze tent op aan een ecocamp, dat grensde aan een klein dorpje. Een leuke plek en we dachtten ons, na de hete rit in de auto en een bushcamp zonder douche, een ecodouche te kunnen nemen. Geen water, dus het werd een koude douche met de douchezak. Niets vergeleken bij wat ons de volgende morgen te wachten stond. Eén van de eigenaars kwam ons vertellen dat een meisje (25à30 jaar) in het dorp al een week ziek was en naar het dichtsbijzijnde ziekenhuis zou moeten gebracht worden. Niemand in het dorp had een auto en het meisje was zo zwak dat ze de 5km naar het busstation niet aankon (en al zeker niet de rit in een overvolle minibus)...

De ambulancier in Jeroen kwam terug naar boven. De situatie drong pas echt tot ons door toen we de wagen zo dicht mogelijk bij haar hutje parkeerden. De dorpelingen dienden haar met 3 te dragen naar de auto?! Ze was kortademig en haar beide voeten waren sterk gezwollen. Eigenlijk is in onze auto maar zitplaats voor 2 personen maar ik kon me voor 20km wel even op de koelkast zetten in een vrij oncomfortabele positie. Er wilden echter nog drie andere familieleden mee: de echtgenoot, de vader en de moeder van het meisje, die een bundeltje bij zich droeg. Toen we wat dichterbij kwamen zagen we dat het een baby was (ze vertelden ons dat hij nog maar 22 dagen oud was). Aangezien de mama al enige tijd ziek was, zag de baby, volledig afhankelijk van moedermelk, er ook niet al te best uit. We schoven onze bagage op en maakten achteraan in de auto plaats voor deze drie mensen (met baby) en een vierde, die als tolk meeging. Géén van de drie familieleden sprak Engels en enkel de echtgenoot wist de weg naar het ziekenhuis...


Het werden de langste 20 km van onze reis. Het meisje kreeg de hele tijd bijna geen lucht en hing op het dashboard naast Jeroen de hele tijd te puffen en ik was vooral ongerust over die vier andere mensen achterin de auto, zonder houvast op de Keniaanse wegen vol vluchtheuvels, en met een piepkleine baby in hun armen... We raakten veilig en snel in het ziekenhuis en Jeroen deed de nodige moeite zodat het meisje zo snel mogelijk door een "medical officer" (geen dokter) kon worden gezien. De wachtzaal van het grote districtshospitaal zat vol met geduldig wachtende vrouwen en huilende kinderen. Sommigen met vrij simpele (naar Westerse normen) te verzorgen wonden. En er waren slechts 2 medical officers aan het werk (in dezelfde kamer). Het voorval maakte veel indruk op ons en toont nog maar eens aan dat medische hulp niet voor iedereen ter wereld even vanzelfsprekend is.
 

donderdag 20 januari 2011

Met de jeep door het oerwoud


Nairobi is een stad van tegenstellingen. Je vindt hier peperdure shopping malls, waar alles te vinden is, Westerse hypermarkten boordevol ingevoerde producten uit de hele wereld, de laatste nieuwe dure wagens rijden hier rond. Soms vergeet je dat je in Afrika bent. Maar Nairobi is een ook een stad van open rioleringen, vuile achterbuurten zonder electriciteit of stromend water, massa's straatkinderen en bedelaars, gevaarlijke sloppenwijken, ommuurde en met prikkeldraad afgezette residentiële wijken waar de (rijke) blanken zich verschuilen en een stadscentrum waar geen mens zich na zonsondergang buiten waagt.

Wij maakten een "verplichte" tussenstop voor overlanders in het Carnivore restaurant, een feestpaleis voor vleeseters. De obers komen er met lange zwaarden vol vlees - van rund, kip, lam tot springbok,struisvogel, kameel en krokodil - rondjes doen langs de borden van de hongerige (vooral) blanken en stoppen pas als het witte vlagje in het midden van de tafel naar beneden gaat. Jeroen haalde het nipt niet van onze Britse tafelgenoot :-) Ik hield het wijselijk bij vis die avond.

Jakhalzen


Ziekenzaal in het Sikh  hospitaal
Vanuit Nairobi reden we richting het Tsavo East National Park in het zuidoosten van Kenia. Onderweg maakten we een tussenstop in de Sikh tempel van Makindu. We werden hartelijk ontvangen en er werd ons - for free- een kamer aangeboden binnen hun tempelcomplex mét maaltijden inbegrepen. Als "tegenprestatie" moesten we wel ons hoofd bedekken, wat Jeroen zeer modieus deed met het aanwezige feloranje hoofddoekje. 's Morgens brachten we een bezoek aan het ziekenhuis (beroepsmisvorming :-)) van de Sikh tempel, vooraleer we onze eerste echte safari startten. De "big five" zagen we niet; we zagen wel massa's olifanten, van zeer dichtbij (we konden zelfs een filmpje maken van een baby-olifant die voor de eerste keer rechtklauterde), zebra's, giraffen, impala's, dikdiks, andere hertachtigen, Afrikaanse buffels die aan een poeltje kwamen drinken, bavianen, nijlpaarden die aan het afkoelen waren in het water, ... We hebben onze 24u in het park zeer goed benut, want we waren pas nipt enkele minuten voor het aflopen van onze deadline aan de exit-gate op enkele honderden kilometers van de Keniaanse kust.  

vrijdag 14 januari 2011

Jambo!

Pauze in de bush
Door velen besproken, gevreesd, gehaat, geliefd, bereisd...de Turcana-route laat weinigen onbekoord. Wij reden ze...en het was de moeite! Buiten sommige delen van Noord-Soedan zijn we nog nergens zo'n ongerept stuk Afrika tegengekomen. Het landschap is ruw, woest en onherbergzaam, steeds veranderend, maar ook adembenemend mooi, de temperatuur heet en alles verschroeiend en de "weg" vernietigend voor onze banden en vooral schokdempers :-) Het eerste stuk na de grens met Ethiopië is zanderig met bulten waardoor we soms tegen het dak van onze auto werden gekatapulteerd, daarna wordt het rotswoestijn en was het vooral belangrijk om in het spoor van onze voorgangers te blijven. Hoe dichter we het appelblauwzeegroene meer naderden, hoe groter de rotsen werden. We reden tracks waarvan we 5 maanden geleden dachten dat ze niet voor een wagen geschikt waren :-) En er is niemand! Het was alsof er ergens een komeet was ingeslaan op aarde en wij samen met 2 Spanjaarden, 2 Duitsers en 1 Brit, de enige overlevenden waren :-) Dit leverde uiteraard leuke bushcamps op, met het bijhorende kampvuur. Je hoeft niet eens heel erg te zoeken naar een plek "waar niemand je kan zien".


Lake Turcana op de achtergrond
Het meer zelf is prachtig; omgeven door bruinrode rotsen van vulkanische oorsprong en krokodillen :-), kleine nederzettingen van plaatselijke stammen en een oase temidden van het grote niets. Na het meer werd het track zo mogelijk nog "onberijdbaarder". Steil omhoog klimmend over rotsig terrein, baande (lees: schokte) onze auto zich een weg richting Maralal, de eerste "stad" van enige betekenis. Althans voor ons: hier konden we de auto terug voltanken en de rubbers van onze schokdempers laten vervangen, bezochten we de markt en konden die avond terug weer iets anders eten dan zakjes of blik, en konden we een smsje sturen naar huis met het bericht dat we die Turcana-route hadden overleefd :-)

Kenia, het land van de safari en op de weg verder zuidwaarts richting Mount Kenya werden we al beloond: we spotten het eerste wild "in het wild" (dus niet in een park) sinds ons vertrek. We zagen zomaar langs de weg zebra's, gazelles en giraffen grazen, en beloerden luizende bavianen van zeer dichtbij en een horde olifanten in de verte. Zalig!


Onze tiendaagse van het zuiden van Ethiopië, waar "de beschaving" stopt, tot het noorden van Kenia, waar die terug herbegint, werd op superwijze afgesloten toen we in de Timau River Lodge in Timau door een Belg en zijn Indische vrienden werden uitgenodigd voor een versbereid Indisch feestmaal, overgoten met de nodige hoeveelheid alcohol :-) in een setting die deed denken aan één van de beter après-ski bars in Oostenrijk of Zwitserland.
Mount Kenya (5199m) in een helder moment

vrijdag 7 januari 2011

Ethiopië, het leven zoals het is

We waren al "gewaarschuwd" dat Ethiopië een andere planeet lijkt, en dat is het ook!

- Ethiopië kent een andere kalender en tijdsrekening. 's Morgens als het bij ons 6 uur is, is het voor hen 0 uur en de dag begint van dan te tellen. Kerstmis vieren ze op 7 januari en Nieuwjaar al helemaal niet. Ethiopiërs zijn heel erg christelijk (orthodox) en als ze bidden dragen ze een wit geweven laken om zich heen gedrapeerd. In tegenstelling tot alle andere Afrikaanse landen vind je hier nergens vuil langs de weg. Mannen lopen hier rond met een stok of een kalasjnikov, vrouwen met een felgekleurd parasolletje tegen de zon. Men denkt hier (vrouwen weten natuulijk dat dit een vaststaand feit is) dat vrouwen sterker zijn dan mannen. Je ziet dus steeds vrouwen zeulen met water of grote hopen hout of stro op hun rug, waaronder je nauwelijks iemand kan onderscheiden. Mannen zitten langs de weg te keuvelen...(lees: niksen) Als Ethiopiërs "ja" willen zeggen, halen ze heel snel diep in, zodat je enkel dit grappig geluid hoort, daarbij fronsen ze ook met hun wenkbrauwen :-)


- De natuur is prachtig. In het noorden: steile rotsen met prachtige vergezichten, duizelingwekkende afdalingen; centraal in de Rift Valley: vogelrijke meren en meer naar het zuiden: woestijngebied. Maar de wegen zijn verschrikkelijk, zo erg zelfs dat van onze achterbanden verschillende brokken zijn afgescheurd, dat van de washboards te rijden ALLE vijzen los gaan staan, deksels van potten los komen, eieren spontaan openbarsen en dat er elke avond voor het slapengaan kilo's zand en stof uit de wagen moest worden gestoft :-)

- Ethiopië heeft bijna 85 miljoen inwoners en dat hebben we gemerkt. OVERAL zijn mensen! Als je 's morgens vroeg in een hotel of op een camping uit je tent komt gekropen, staan er minstens 15 mensen elk detail van je handelingen te observeren, en niet op enkele meters afstand, nee, op enkele millimeters afstand :-) De wegen lopen vol mensen en dieren. Niemand kan zich hier een wagen veroorloven dus moeten ze kilometers lopen naar de dichtsbijzijnde waterput, of zeulen met hout, of met koopwaar op weg naar de markt. Als we stopten om een foto te maken of iets te kopen, werden we onmiddellijk omsingeld door een horde mensen.
Mijnheer pastoor van het Pantaleon klooster

- Reizen in Ethiopië kruipt in de kleren. Mensen hebben hier werkelijk niets. Buiten Addis hebben we zo goed als geen stenen huizen gezien. Elk klein gehucht heeft de stempel van één of andere hulporganisatie, van USAid, de Europese Unie en NGO's tot particuliere initiatieven. We hebben kinderen gezien van 2, 3 jaar die samen met een ouder broertje of zusje van 5 à 7 jaar, de geiten en ander vee hoeden, of met een typisch geel bidonnetje water halen en dit kilometers ver moeten terugdragen op hun rug. En mensen, vooral kinderen, vragen ook overal om geld (money, money, money maal een keer of tienduizend), of een balpen, of kledij of schoenen. Het houdt nooit op. Als ze blanken in een wagen zien, of ergens anders, lopen ze naar ons toe en steken hun hand uit. We reden eens een afdaling met meer dan 20 haarspelbochten en drie kinderen hadden de moed en de energie om elke haarspeldbocht naar beneden te lopen om ons daar op te wachten en ons iets te vragen. Wij gaven nooit iets, omdat hun gedrag voortkomt uit het feit dat sommige toeristen of hulporganisaties geld en andere spullen uitdelen en de lokale bevolking dit op de duur vanzelfsprekend gaat vinden en zelf niets onderneemt om hun levenssituatie te verbeteren. Wij gaven enkel voor bewezen diensten: auto wassen, ons rondleiden in een dorp op zoek naar iets, de gidsen,..enz. en aan mindervaliden, omdat deze mensen volledig op zichzelf zijn aangewezen in een land als Ethiopië. Er zijn ook heel wat achtergelaten en misbruikte kinderen. Een gemiddeld gezin heeft meer kinderen dan het financieel aankan, maar kinderen worden hier eerder gezien als een bron van inkomsten of worden "doorgegeven" aan nabije of verre verwanten om daar te werken, met alle gevolgen vandien. Van familiewaarden of een hecht gezin is hier in de meeste gevallen geen sprake. Voor het overgrote deel van de bevolking betekent elke dag een strijd om te overleven!
Pelgrims in Lalibela

Ethiopië is een prachtig land. Je voelt hier een mystieke sfeer die je nergens anders tegenkomt en die voortkomt uit het samenvloeien hier, doorheen de eeuwen, van verschillende culturen. Emotioneel is het zwaar om hier te reizen. Maar als je een heerlijke traditionele koffieceremonie krijgt voorgeschoteld door 2 lieve jongedames die er met de glimlach spontaan een nagelstudio-arrangement aan toevoegen (enkel de nagels van Els werden gelakt, ze boden het wel aan aan Jeroen), dan voel je de echte Afrikaanse gastvrijheid.
 

woensdag 5 januari 2011

Oudejaarsavond op zijn Noors


Vanuit Addis reden we net voor het einde van het jaar naar Lake Langano, één van de mooie vulkanische meren in de Rift Valley. We verbleven er op een basic-camping aan de oevers van het meer. Electriciteit en stromend water waren niet voorhanden, maar brandhout voor een kampvuur 's avonds en een heel meer vol water dat voor alle doeleinden werd gebruikt (was, afwas en zelfwas :-)) wel. We maakten er kennis met een paar expats, linguïsten, die één van de vele talen die Ethiopië rijk is, trachten in een woordenboek te verzamelen. Samen met een Amerikaan en zijn Noorse vrouw maakten we op 31 december een uitstap naar een nabijgelegen nationaal park, gelegen aan 2 andere meren, dat vooral bekend staat om zijn verscheidenheid aan vogels. Er stond ons dus een namiddagje birdwatching te wachten :-) En we werden verwend: we zagen pelikanen, struisvogels (er viel er ons bijna één aan, maar onze 'guard' kon nog net op tijd ingrijpen), flamingo's, visarenden, bee-eaters,...
De "Coracias Caudata", bij gebrek aan Vlaamse vertaling
Omdat onze expat-vrienden vonden dat we Oudejaarsavond samen met vrienden moesten vieren, nodigden ze ons uit voor een Noors feestmaal in hun huisje. Dat werd het ook: we aten broccoli (was al 3 maanden geleden), aardappelen, pastinaakpuree, lamsballetjes en een heerlijk sausje gemaakt met ananas en broodkruimels. Nadien kregen we nog een heerlijk dessert voorgeschoteld. We speelden een leuk spelletje en staken om stipt 24u een klein vuurwerk af. Nieuwjaar op zijn Noors in Ethiopië!



Zonsondergang op meer dan 3000 m

Taxi voor deze Hamer-vrouw

Op onze weg naar Zuid-Ethiopië maakten we nog een tussenstop in het Bale National Park waar we helemaal alleen temidden van de herten en wrattenzwijnen, op 3500 meter, een heerlijk maal bereiden op een groot kampvuur. Via Lake Awassa en Arba Minch (de laatste echte 'stad' voor de grens en het einde van het asfalttijdperk) bereikten we uiteindelijk de Omo vallei. We gaven een lift aan een Hamer-vrouw (één van de zovele stammen die hier leven) en werden verrast in het dorpje om de vele 'stammenmensen' in hun traditionele klederdracht en hun traditionele wapens (ook een kalasjnikov maakt daar dezer dagen deel van uit) te zien, wandelend tussen andere 'gewone' Ethiopiërs. We hoorden dat het in dit gebied al 4 jaar niet meer geregend heeft en dat vele stammen gemigreerd zijn richting het noorden (naar 'nattere' gebieden). Dit leidt tot heel wat intertribale conflicten tussen stammen uit Ethiopië onderling en stammen uit het noorden van Kenia. Iedereen vecht hier om een beetje water en wat vruchtbare grond. We zagen al rijdend door dit heet en dor gebied heel veel mensen die niet meer vroegen om geld of een balpen... maar om water... Het geeft je een vreemd gevoel, wetend dat je 60 liter proper drinkbaar water bij hebt in de wagen.

We lapten die laatste avond in Ethiopië onze auto op (2 lekke achterbanden) en bereiden ons voor op het moeilijkste deel van onze reis tot op heden, de grensstreek Ethiopië-Kenia via Lake Turcana.