Over 20 jaar zul je meer inzitten over de dingen die je niet gedaan hebt, dan over de dingen die je wel gedaan hebt.
Laat je weerstanden dus varen.
Zeil weg uit die veilige haven.
Vang de wind in je zeilen.
Verken. Droom. Ontdek.

zaterdag 26 maart 2011

Tanzania, het leven zoals het is

- In Tanzania spreekt men Swahili, net zoals in Kenia en sommige stukken van Oeganda. In tegenstelling tot deze laatste twee landen, wordt er in Tanzania weinig Engels gesproken en is de lokale bevolking altijd heel erg blij als je enkele woorden in hun taal met hen kan wisselen. Vooral de begroeting is één van de belangrijkste onderdelen van een goede introductie. Die gaat als volgt: Jambo! (hallo), Habaree? (Hoe gaat het?), Mzuri (goed), Karibu (you're welcome,) Asante sana (dankjewel), Poa (Streetswahili voor "all right"). Deze woordenwisseling kan trouwens even doorgaan :-) Zonder deze paar woorden eerst te hebben uitgesproken, moet je er zelfs nog niet aan denken een drankje te bestellen bij een ober of tomaten te kopen op de markt :-)

- Tanzanianen, maar eigenlijk Afrikanen in het algemeen, zijn gek van Europees voetbal, voornamelijk van de Engelse premier league. Aan de grensovergang Oeganda-Tanzania waren we verbluft over het feit dat ze "Anderlecht" en "Club Brugge" kenden, en vroegen ze ons naar de correcte uitspraak van "Genk". Ze kennen alle spelers bij naam en kunnen hele interviews reciteren. Zelfs de kleinste dorpen hebben een zaaltje waar de lokale bevolking naar het voetbal kan komen kijken en we worden overal gevraagd naar onze favoriete ploeg of speler :-)

- De meeste Tanzanianen hebben overal en altijd een klein radiootje bij zich. Ze luisteren naar luide typische Afrikaanse muziek of interviews met voetballers of speeches van hun president. Het is wel een grappig zicht om hen overal langs de kant van de weg daarmee te zien staan, zo dicht mogelijk tegen hun oor geplakt :-)

- We zouden geen Belgen zijn als we niet in elk land dat we bezoeken de lokale bieren proeven. Hier in Tanzania dragen de bieren steeds orignele namen zoals Serengeti, Kilimanjaro of Safari. Het enige nadeel is dat het alcoholgehalte nogal laag is :-) Daarom zijn we overgeschakeld op de lokale korte drank hier in Tanzania, super goedkoop, overal te vinden en zelfs te verkrijgen in kleine handige spuitzakjes van 30ml: konjagi.

- We zijn verzot op de lokale Tanzaniaanse lekkernijen die je overal vindt langs de kant van de weg, in plastieken emmers of houten dozen; samosa's zijn driehoekige bladerdeegflapjes gevuld met ofwel een mengeling van gehakt (of iets dat ervoor moet doorgaan :-)), ui en een pikant sausje, ofwel, voor de vegetarische versie, met een mengeling van bonen en groenten. Daarnaast zijn er ook de heerlijke verse mandazi's wat een soort van gefrituurde zoetere koekdeeg is, en de "chips omelette", wat uiteraard frietjes zijn met een omelet.


We hebben zeker nog niet alle mooie plekjes hier ontdekt, dus we komen zeker nog eens terug naar Tanzania, voor een safari in Serengeti en Ngorogoro, een verwenvakantie in Zanzibar of een trekking naar de top van de Kilimanjaro of...

donderdag 24 maart 2011

Regenseizoen in Tanzania

Via Mbarara en Masaka reden we richting de grens Oeganda-Tanzania. In Masaka ontmoetten we een grappige Nederlandse dame die ons inwijdde in de geheime wereld van de Oegandese huwelijkscultuur. Zo was er onder andere het verhaal van "de tante onder het bed". Aangezien de Oegandese jeugd niet of nauwelijks wordt voorgelicht, gebeurt het wel eens dat bij het naderen van de eerste huwelijksnacht, spanning optreedt aangaande wat er eigenlijk die nacht dient te gebeuren, en vooral hoe. Daarom is het in de traditionele Oegandese huwelijkscultuur de gewoonte dat er die nacht een oudere "tante" onder het bed zit om "aanwijzingen" te geven. Trouwens niet alleen in woorden, maar ook in daden :-) We lachten ons een breuk. Een aangename ontspanning vooraleer we de, door het regenseizoen, moeilijke route via West-Tanzania naar Malawi reden. Nadat we de auto nog eens volgetankt hadden in Bukova aan de Tanzaniaanse kant van het Victoriameer, stonden ons meer dan 1300km "dirt road" te wachten. Geen asfalt, geen steden van betekenis, alleen maar modder (heel veel modder), regen, hevige tropische onweders die de lucht bijna lijken te doen openbarsten, overspoelde wegen,"river crossings", geblokkeerde of gekantelde trucks, noodgedwongen bushcamps, gevriesdroogd eten uit zakjes en noedelsoepjes...

Jeroen en zijn modderbotjes

Zebra's als huisdieren in Kigoma
De "weg" in W-Tanzania
Maar er was natuurlijk ook de pracht van het Lake Tanganyika, en de natuur, de ongereptheid en immense uitgestrektheid van dit stuk Tanzania. In Kigoma en Kipili namen we een verfrissende duik in het meer, bakten verse vis op de barbecue en genoten van een romantisch driegangendiner bij een ondergaande zon boven de Congolese bergen aan de overkant. In één van de andere kleine dorpjes die we doorreden was net een truck, volgeladen met bakken bier, door de modder geslipt en gekanteld. Een massa troepte zich samen op en rond de truck om te redden wat er te redden viel. Zelfs gebroken flessen met nog wat bier in, werden ter plekke "gekleind" :-) en overal glipten mensen weg met bakken bier. De enige politieman ter plekke kon de menigte niet de baas.

Ondanks de regen die met bakken uit de hemel leek te vallen, was er bovenal de vrolijkheid en het eeuwige optimisme van de Tanzanianen. Overal kregen we de duim omhoog, want weinig blanken (durven) deze tocht te ondernemen in het regenseizoen. Een motorrijder die net een rivier was doorgewaad en van kop tot teen onder een laag druipende modder zat, gaf ons een brede glimlach en een enthousiast "jambo" toen we hem vroegen of hij ok was. En als we op een bepaald moment toch dreigden vast te zitten, kwamen van alle kanten mensen ter hulp aangesneld met een schop in hun handen (om te graven uiteraard) :-)
Bushcamp in W-Tanzania

Keer op keer verbaasden we ons tijdens deze moeilijkere tien dagen, over de Tanzanianen en de Afrikanen in het algemeen. De meesten hebben een hard leven met weinig mogelijkheden of kansen en lijken zoveel sterker dan wij westerlingen. Ze verdragen veel meer van elkaar, zijn zeer inventief bij moeilijke situaties en toveren, ondanks alles, steeds een glimlach te voorschijn.

Hippo-pool aan Katavi NP
We waren opgelucht toen we eindelijk terug asfalt vonden nabij Tunduma en een kleine supermarkt in Mbeya. We lieten ook onze auto grondig wassen (dat was al geleden van onze eerste doortocht in Kenia anderhalve maand geleden). De man van dienst vroeg ons verbaasd waar we ergens in zijn land die plakkerige klei-achtige rode modder (hier noemen ze het black cotton) hadden gevonden :-) Hij spendeerde meer dan drie uur, wrijvend en poetsend, met water onder hoge druk, aan onze wagen. Nadien was hij zo fier als een gieter omdat we hem het wisselgeld van de afgesproken prijs lieten houden... wat neerkwam op anderhalve euro...?! Tenslotte genoten we van een dag geen kilometer-vreten, vooraleer we weer afdaalden in de Rift Valley en het hete Malawi binnenreden.

Zonsondergang boven Lake Tanganyika ik Kipili

 

maandag 14 maart 2011

Oeganda, het leven zoals het is

Koffiebonen
- Zacht glooiende heuvels, savanne, meren, vulkanen, watervallen, rivieren, tropisch regenwoud... Oeganda heeft het allemaal. De bevolkingsdichtheid zet echter heel wat druk op al dat groen. Je ziet hier ook veel bananen-, suikerriet-, thee- en koffieplantages en vele stukken tropisch regenwoud zijn gekapt om plaats te maken voor hutten en broodnodige landbouwgrond.

- Als we de vele talrijke dorpen binnenrijden, zegt Jeroen altijd: "onze fans groeten ons" :-) Kinderen hier hebben een goed oog voor het detecteren van "mzungu's" (blanken). Van zo gauw ze ons opgemerkt hebben, spurten ze naar de weg en staan uitbundig en vrolijk naar ons te zwaaien, met een hoog stemmetje de overal bekende woorden sprekend: "hey mzungu, how are you?"

- Wij vinden Oegandezen grappig. Ze zijn open en optimistisch. Na een regenbui poetsen ze hun witte sportschoenen of hun fiets met bruin water uit een plasje :-) Vele vrouwen dragen hier traditionele kleren, met heel hoog opgepofte mouwen en in het meest blinkende stofje. De trucks, boda-boda's (motorfietsen die dienen als taxi), fietsen en dala-dala's (mini-busjes/taxi's) dragen hier de meest vindingrijke slogans: "in God we trust", "the family that prays together, stays together", "Jezus is our hero"... Misschien hebben ze één of andere hogere macht wel nodig wanneer ze zich op de openbare weg begeven, want Oegandezen rijden als gekken: veel te snel en ongecontroleerd, ongeacht de ondergrond. Op de vele dirt roads waanden we ons dikwijls in een Oegandese versie van Parijs-Dakar. Het recht van de sterkste telt hier: wie het grootste gevaarte heeft, heeft voorrang (lees: mag je van de weg rijden) :-) Reken hier nog de talrijke ongelofelijk hoge "speed bumps", de levensgevaarlijke inhaalmanoeuvres en het plots opduiken van politie- en/of legerpersoneel bij, en je waant je in een levensechte versie van een computerspel :-)


- In Oeganda vind je heel wat community campsides. Schitterende initiatieven waarbij de lokale gemeenschap een camping en/of bandas (kleine huisjes) runt. De opbrengst gaat louter naar de gemeenschap en wordt gebruikt voor de bouw van scholen, gezondheidscentra, enz. Geen enkele blanke is hierbij betrokken. De faciliteiten zijn meestal basic. We hadden dikwijls geen stromend water of electriciteit. Meestal bieden ze ook een beperkte menukaart aan met lokale specialiteiten. Zo proefden we "matoke met groundnut sauce", "irish potatoes with beef stew", ... Een kleine soeveniershop met spullen gemaakt door de vrouwengroep is eveneens aanwezig :-) En de ligging is in het overgrote deel van de gevallen fantastisch gekozen!

- De president is ondertussen officieel verkozen voor zijn zoveelste ambtstermijn. Hij heeft het hoogste bedrag ooit gespendeerd aan zijn verkiezingscampagne, terwijl het overgrote deel van de Oegandese ouders niet in staat is de "school fee" te betalen, die hun kinderen toelaat onderwijs te genieten... Geen (voldoende) onderwijs leidt ertoe dat Oeganda een gebrek heeft aan gekwalificeerd personeel om te werken in zijn recent ontdekte olie- en goudmijnen. Buitenlandse expertise moet hiervoor betaald worden... En de opbrengst van die rijkdom wordt aangewend voor...?

Soms is het moeilijk om te gaan met de vele tegenstellingen. We ondervinden het dikwijls aan den lijve. We hebben zelf 1000 dollar betaald om naar de gorilla's te trekken, terwijl we zovele dorpen voorbijrijden waar je vrouwen en kinderen met gele tonnen op hun hoofd ziet lopen naar de dichtsbijzijnde waterpomp, waar geen electriciteit is, waar kinderen in de regen op blote voeten lopen en met nauwelijks iets van kledij dat tegen de regen is bestand, waar kinderen nog spelen met een fietsband of een bal gemaakt van oude vodden... Daarom doen we ons best om op een andere manier ons steentje bij te dragen, door de community campsites te bezoeken, door soeveniers te kopen die gemaakt werden door weduwen en wezen en waarvan de opbrengst rechtstreeks naar hen terugvloeit, ... Maar we moeten ook heel dikwijls "nee" zeggen...

Straatkinderen in Kisoro
We hebben heel erg genoten van de kleurrijke markten, van de vele fijne Oegandezen die we hebben ontmoet en die ons iets leerden over hun land en cultuur, van de prachtige natuur en ongetemde watervallen, en... van de apen/gorilla's, waarin we zoveel van onszelf herkennen :-)

zaterdag 12 maart 2011

Gorilla's in de mist

Na Lake Bunyoni reden we via een verschrikkelijke omweg naar het Mgahinga National Park, op enkele kilometers van de Rwandese en Congolese grens. Toen we in Kampala waren en beslisten om niet naar Rwanda te gaan, hebben we wel onmiddellijk onze gorilla permits geregeld, goed voor een bezoek aan deze bekende bewoners van Oeganda in het Bwindi Inpenetrable National Park.
Zaterdag 12 maart is dé dag! De bediende van de Uganda Wildlife Authority liet ons op de kaart de verschillende toegangswegen zien en vertelde ons geen al te goed nieuws in verband met de staat van deze :-) Vóór we naar Mgahinga reden, probeerden we die dus uit. We kunnen het ons niet veroorloven om op 12 maart te laat te arriveren voor onze gorilla trekking. De weg slingerde zich, slechts 18km lang, van heuveltop naar heuveltop, dichter naar het Bwindi NP toe. Langs de ene zijde deden we er een uur over.  Door het naderende regenseizoen (af en toe nachtelijke onweders) hadden zich hier en daar diepe greppels gevormd, maar op de vlakke stukken lag de weg goed. Langs de andere zijde, deden we er meer dan twee uur over?! De beslissing was snel gemaakt.

Vanuit Kisoro reden we de allerlaatste vreselijke 15km die dag, richting de grens van het Mgahinga NP. Die nacht op de community-campsite daar, net aan de poort van het nationaal park, werd het (door de regen en de hoogte) zo mogelijk nog kouder dan aan Lake Bunyoni. Maar het uitzicht was de moeite: de toppen van de uitgedoofde vulkanen, Muhavura, Gahinga en Sabinyo in het zuiden en een spectaculair zicht op Lake Mutanda en de glooiende heuvels van Bwindi in het noorden. We maakten er een lange wandeling naar de plaatselijke markt voor inkopen en genoten van ons allereerste ritje op een Oegandese boda-boda (een motorfiets die gebruikt wordt als taxi).

Op 12 maart reden we in de vroege ochtendmist en na een stevig ontbijt, naar de ingang van het park. De ranger vertelde ons de laatste details en het trekken naar de gorilla's kon beginnen. Het werd tracken en trekken. Twee ranges waren eerder vertrokken om de gorilla's te gaan zoeken. Meestal gaan ze terug naar de plaats waar ze ze de dag voordien hebben gevonden en volgen vandaar de sporen. De Nshongi- groep (zo heette de gorillagroep die wij bezochten) was zeer actief geweest de laatste 24 uur. Het werd een zware tocht in het letterlijk ondoordringbare bos. De gids hakte ons een weg en bleef in nauw contact met de trackers. Eindelijk, na 4 uur ploeteren en klauteren in het bos, bereikten we de gorilla's. Het was een fantastische ervaring om die immense dieren, die zo veel op ons lijken (op de ene al wat meer dan op de andere :-)), in hun natuurlijke ongeving te kunnen observeren van zo dichtbij. De silverback gromde zachtjes als begroeting, zat ons nieuwsgierig te bekijen en leidde zijn troep nog verder het bos in, op zoek naar voedsel. We gaven onze ogen de kost (alsook ons fototoestel en camera :-)). Het uur in hun aanwezigheid vloeg voorbij en de rest van de dag voelden we de adrenaline nog nazinderen :-)


Na meer dan drie weken in Oeganda zijn we terug een aantal onvergetelijke ervaringen rijker.

zondag 6 maart 2011

Monkeywatching!

We gebruikten Fort Portal, omgeven door theeplantages, als uitvalsbasis voor een ritje langsheen de Semliki Valley. Dat ritje bood ons prachtige uitzichten op de Rwenzori Mountains, het Albert meer en, in de vallei, de Semliki rivier langsheen de grens met Congo. Maar ook hier waren de Chinezen volop aan de wegenwerken. De weg vormt immers een belangrijke toegangspoort tot de rijkdommen van het nabijgelegen Congo. Net voor onze neus beslisten ze een stuk rots op te blazen om de weg breder te kunnen maken, met een wachttijd van meer dan een half uur tot gevolg, voor het terug vrijmaken van de dirt road. We maakten er het beste van en hadden een leuke babbel met onze Oegandese medewachtenden.

Het deel van Oeganda, ten zuiden van Fort Portal, gelegen in de schaduw van de Rwenzori Mountains, wordt gekenmerkt door de grootste concentratie aan kratermeren, restanten van de vulkanische activiteit eeuwen geleden.






We verkenden het platteland en de omliggende meren en overnachtten op een community campsite, gelegen bovenaan een kraterrand met aan de voet ervan, Lake Nkuruba, omgeven door een klein stuk overgebleven tropisch regenwoud. Een ideale plaats voor bird- en monkeywatching! De kampplaats werd bij momenten overspoeld door vervet monkeys, black&white colobus monkeys en zelfs red colobus monkeys (we worden kenners :-)).



Entertainment gegarandeerd! Eerst bleven ze op een (veilige)afstand maar nadien werden onze tent, auto en omliggende spullen aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen :-) We wandelden naar de plaatselijke markt voor de nodige inkopen, en beklommen een uitzichtspunt, toepasselijk genaamd "Top of the World". We spotten de "great blue turaco" (vogel :-)) en genoten bij valavond van een kwaakconcert geproduceerd door honderden padden en kikkers aan de voet van het meer.

Door het Queen Elizabeth National Park, speurend naar wild dat we niet zagen, en met prachtige vergezichten op Lake Edward en Lake George maakten we nog een tussenstop aan het Kalinzu Forest. Hier kan je wandelingen maken in het resterend tropische woud en, als je veel geluk hebt, kom je er chimpansees tegen :-) Onze geplande wandeling de volgende dag viel echter letterlijk in het water, nadat het de hele nacht en ochtend bleef regenen. De gids en ook wij, vonden het te koud en nat. We zijn de koude helemaal niet meer gewend :-)

Oeganda is een land van meren, watervallen en rivieren. Onze volgende stop was dus (alweer) een meer, Lake Bunyoni, gelegen in het zuidwesten van Oeganda. Het verkennen van de kleine bergwegen van Oeganda maakte dat zowel wij als de auto toe waren aan wat rust. We maakten een ijskoude duik in het meer (gelegen op 1800m hoogte), maakten een heerlijke vegetarische spaghetti klaar en duffelden ons warm in voor één van de koudste nachten in de tent sinds ons vertrek.

woensdag 2 maart 2011

Zwemmen met hippo's

Twee varkens :-)
Kampala betekende inkopen doen, internetten en ons visum voor Rwanda regelen, of toch niet... De verantwoordelijke in de Rwandese ambassade wist ons te vertellen dat Belgen (en enkel en alleen Belgen) "minstens" 21 dagen moeten wachten op hun visum voor Rwanda en dat het onmogelijk is het aan de grens te bekomen. "Minstens" is in Afrikaanse termen een zeer rekbaar begrip. We sliepen er een nachtje over en probeerden het de volgende dag opnieuw. Zelfde uitleg. Toen we vroegen naar de reden van die specifieke regeling voor Belgische onderdanen (aan de ingang hing een document waarop stond dat aflevering van visa ten hoogste 72 uur duurt), werd ons verteld dat België eerst zijn regelgeving veranderde. "Als wij als Rwandezen naar België willen reizen, moeten we 28 dagen wachten op een visum, en vandaar werd "het principe van reciprociteit" toegepast en moeten Belgen een soortgelijke termijn wachten". Zeer frusterend voor ons. We borgen ons oorspronkelijk plan om Rwanda te bezoeken (en de gorilla's in het Parc National des Volcanos) op. Een afzonderlijk bezoek aan Rwanda zit er misschien later wel eens in :-) Maar ook begrijpelijk, als wij als Europeanen ons aanbieden aan een Afrikaanse grens, krijgen we zonder problemen een visum en kunnen we in alle vrijheid hun land verkennen, omgekeerd daarentegen...

We reden naar Murchison Falls National Park in het noordwesten van Oeganda. Bij onze aankomst aan de Murchison Falls werden we letterlijk overvallen door een zwerm stekende vliegen. Het bleken tsetse-vliegen te zijn, die volgens de locals "niet de ziekte dragen". Ze worden aangetrokken door de kleuren zwart en blauw, en wat droegen wij... :-) We werden door de vliegen verplicht de laatse 15km naar de watervallen en onze campsite :-( te rijden met de ramen van onze auto dicht. Het werd bakken en braden op de heetste plek van heel Oeganda :-) We besparen jullie de details. De krachtige Falls zelf waren adembenemend mooi in het schijnsel van de ondergaande zon. We genoten in stilte.


We sloegen onze tent open op een klif vlakbij de Falls. Na dat zweten de hele dag in de auto, verlangden we naar een douche, of in ieder geval, water. De campsites in de nationale parken zijn echter nogal "basic", meestal is er niets. Volgens de ranger was het veilig om je even in het water van de Nijl onder te dompelen en je daar te wassen. Zijn laatste woorden waren: "de hippo's doen niets..." We geloofden onze eigen ogen niet toen we een tiental nijlpaarden zagen rondzwemmen in een natuurlijk zijpooltje in dit snel stromend stuk net voor de Falls. Aangezien de zonsondergang zich al verder had doorgezet en hippo's de neiging hebben uit het water te komen om te grazen dan, werd het een snelle duik in het water, onder de nieuwsgierige blik van een dikke hippo :-) De volgende dag namen we een ferry naar het noordelijke deel van het park en verkenden er de delta aan het Albert meer.


We verlieten het park en reden langsheen het Albert meer in zuidelijke richting naar het gezellige stadje Fort Portal.